About Jeroen Bosch 4742 Articles
Smaakmakend sinds jaar en dag: onafhankelijk kunstenaar, tentoonstellingmaker, trendbeheerder en oprichter art agent orange, artist run art agency. Eigen werk onder jeroenbosch.com Meer info zie trendbeheer.com/jeroen-bosch

50 Comments

  1. Banksy als productiemaatschappij. Veel geld verdienen is een niet misse hobby, maar ik vermoed haast een marketingtechnisch lang vooruit uitgestippeld opzetje.

    Kosten zijn ook hoog: beetje stikkeren en kliederen is tot daaraan toe, maar als je de enorme berg artefacten op de show Barely Legal ziet… Incluis olifant. (Olifanten zijn niet gratis.)

    Van wie is het geld achter Banksy? Wie heeft Banksy mogelijk gemaakt?

  2. Vergis ik me of is er een rode lijn die enigszins als “kunst en commercie” te bestempelen zou zijn, te ontwaren in de huidige aanvoer van kunstigheden?

    Het lijkt warempel wel een thema…

  3. > Vergis ik me

    Ja. Ik scroll trendbeheer door maar ontwar nergens niet die thematische insteek die u wenst te zien.

  4. Het ontwarren van een insteek klinkt naar borduurtechnieken; iets verder scrollen, JB. Maar het gaat hier (en bij Absolut Search) niet zozeer over ‘kunst en commercie’, als wel om de zogenaamde IESI-factor. Deze factor waardeert de parameters Intelligentie, Engagement, Strategie en Integriteit, evenals hun onderling verband. Een optimale combinatie, een hoge IESI-score, impliceert een volledig betrouwbare, hardcore idealist, die zich door niets en niemand uit het veld laat slaan. En dat zien we graag. Hans Haacke, uiterst kritisch ten aanzien van de institutionele context, maar toch deelnemend aan de meest conventionele vormen daarvan, heeft een redelijk hoge IESI-factor. Sonic Youth tekende ooit bij Geffen, maar houdt een open attitude, experimenteerdrift, bedrijft culturele agit-prop en is niet te ‘vangen’. Zijn dus erg okay. Hoge IESI-factor. Marc Bijl, twijfelachtig, een IESI-zesje, want tamelijk gemakzuchtig engagement, wel intelligent en goede strateeg.
    Het is vooralsnog erg moeilijk een IESI-factor aan (de actie van) Banksy toe te kennen. En dat is precies wat zijn praktijk zo spannend maakt. Is hier een briljante strateeg aan het werk die met een gelaagd project zowel zijn maatschappelijk engagement versterkt, als institutionele kritiek levert? Of heeft hij als een ‘streetwise’ Mephisto zijn ziel aan de duivel verkocht door zijn integriteit in te leveren?

  5. Hartelijk dank voor de IESI-meetlat Arno, het is een mooi setje parameters bij elkaar gestoken tot een fraai model. Ik mis hierin een beetje de esthetische waardering: er mag met dit model een hoog cijfer voor Sonic Youth tevoorschijn komen, het is en blijft takkenmuziek in een zwalkend oeuvre (maar dat is subjectief en geheel voor mijn eigen rekening zoals dat gaat met esthetiek).
    Wat doen we met de esthetiek? Of is esthetische waardering een logisch voortvloeisel uit de IESI-waardering? Is moreel verantwoord opereren dan het enige ijkpunt? Wat dan te doen met figuren als Houellebecq en Celine? Waarvan toch niet vol te houden is dat ze moralistisch verantwoord opereren, tenzij je er weer een gelaagdheid aan toeschrijft.

    Gisteren bij Nick Cave had ik ook erg veel moeite met diens IESI-gehalte, desondanks er een pretige nasmaak aan overgehouden.

    Ik wil hier even reclame maken voor BAVO. Zaterdag van 14.00-15.30 voeren zij een debat naar aanleiding van hun essay: ‘Pleidooi voor een oncreatieve stad’, waarin zij korte metten maken met potentie van de mythe van de kunstenaar als economisch panacee.
    Met daarin volgens mij een hoog IESIgehalte.

  6. En wat Banksy betreft: ik denk dat wat de mens als marktmechansich wezen betreft, het met Warhol al voldoende gecovered is. Hij zette de alliantie tussen kunst, commercie en kunstenaar als nieuw kunstbegrip neer. Al naar gelang je eigen voorkeur als advocaat van de duivel of als intermediair.
    Het is opvallend hoe deze discussie opnieuw aan kracht wint. Wat mij er aan stoort is niet het morele gehalte van de desbetreffende kunstenaar die zich op dit terrein waagt maar het beperkte kunstzinnige onderwerp dat aangesproken wordt. De mens uitsluitend nog als een vraagstuk tussen zijn ‘ikje’ en zijn ik in de sociale openbaarheid.

  7. De IESI-factor heeft alleen betrekking op een specifieke ambitie die in kunstwerken, of in het oeuvre van kunstenaars besloten ligt. Natuurlijk zit er een esthetisch aspect aan alle kunst, natuurlijk kun je een prettige nasmaak overhouden aan onverantwoorde mooimakerij. Daar is niks mis mee, maar een heel particuliere aangelegenheid. In de meeste gevallen ook onnavolgbaar. IESI biedt een objectief, of op zijn minst intersubjectief waarneembaar oordeel.
    En wat Banksy betreft: een aantal van de sjablonen die in de ‘Barely Legal’ tentoonstelling op staalplaten, of andere mobiele en daarmee sociaal indifferente dragers zijn aangebracht, is daarmee als kunstwerk ronduit gratuit geworden. De aap met de slogan ‘Laugh now but one day we’ll be in charge’ wordt ronduit lachwekkend, de innig verstrengelde Bobby’s totaal zinloos. Maar de wetenschap dat de zelfingenomen LAlite met deze ‘cutting edge subversive art’ zijn ‘mindset’ bijstelt is tamelijk ontluisterend. En dat is misschien wel het briljante van de onderneming.
    Lage IESI-score voor Rage Against the Machine, trouwens.

  8. Interessant verhaal van Arno van Rosmalen over de IESI-waarde van kunst. Interessant genoeg om de IESI-factor na te zoeken op het net. Wat blijkt, deze bestaat niet!, ook al hanteert Van Rosmalen het begrip op een manier die suggereert dat het een veel gebruikte term is onder zijn vakgenoten (de ‘wij’ waarnaar hij verwijst). Maar hoe komt Van Rosmalen er aan? Zou het een eigen creatie zijn? Vraag twee: zal dit begrip overgenomen worden in de kunstwereld of blijft het bij privé-gebruik?

  9. Een straf staaltje van eigenhandig ingebakken Zero Content TM. De heer Van Rosmalen weet hoe het hoort op internet! Wellicht een goede spreker voor op een volgende Zero Content Symposion.

  10. Ik vond het plausibel genoeg om er met beide voeten hard in te trappen.
    Chapeau van Roosmalen.
    Ik vind het overigens als fictief construct verbazingwekkend accuraat om de huidige stand van zaken te beschrijven. Als IESI niet bestaat moet het vandaag nog in het leven worden geroepen.

  11. Hmm, volgens mij kleven er aardig wat bezwaren aan het gebruik van de IESI parameters. It just sounds, I don’t know, too ‘easy’… wat niet wegneemt dat ik deze ‘plagerij’ niet waardeer (als dat het was…). Welke IESI score zullen wij aan (deze actie van) Van Roosmalen toekennen?

  12. Zo te lezen is de heer van Roosmalen nog niet helemaal ingeburgerd in Den Haag, af en toe een t teveel en iets meer kanker tussen de woorden door zou niet misstaan. Maar voor de rest TOP!

  13. Trendbeheer gebruikt de meer volledige leidraad TIPS bij de classificatie van de potentie van de hedendaagse kunstenaar – waarbij de T niet staat voor trendgevoeligheid.

    TIPS: Techniek, Intelligentie, Persoonlijkheid, Snelheid.

    Techniek: twee keer schudden met de camerette en klaar kan iedereen. Maar kan men bewust kiezen tussen focus en (volledig) out of focus?

    Intelligentie: twee keer schudden met de camerette kan iedereen, maar komt men er ook mee weg? Een plaatje vraagt om een praatje. Intellectuele diepgang.

    Persoonlijkheid: twee keer schudden met de camerette kan iedereen, maar wat komt er op het negatief te staan?

    Snelheid: twee keer schudden met de camerette kan iedereen, op het juiste moment inspelen op de juiste onderbuikgevoelens is een zaak van razendsnel weten in te spelen op de grillen van de markt.

  14. Mrs. Deane houdt er een nogal beangstigend wereldbeeld op na: als iets niet op internet gevonden kan worden, bestaat het niet. En, ondanks haar standvastig geloof in het medium, kan zij het niet waarderen dat zij in onzekerheid wordt gebracht over het virtueel of reëel bestaan van een begrip (mijn ‘plagerij’). Mrs. Deane, dat is toch juist de essentie van het internet! We leven al lang niet meer met het ideaal van absolute kennis (logisch positivisme, encyclopedie), maar hanteren kennis-op-basis-van-consensus (Wikipedia). Accepteer het bestaan van de IESI-factor en doe er uw voordeel mee.
    Ik heb deze factor aangehaald met de oprechte bedoeling om een serieus begin te maken met de analyse van een voor mij vreemd verschijnsel als de tentoonstelling ‘Barely Legal’ van Banksy – een tot dan toe door mij zeer gewaardeerd fenomeen. Ik zal dus niet bijdragen aan het Zero Content Symposium en geef mijn spreekbeurt graag aan de bevlogen auteur van de flauwe TIPS-leidraad.
    Dank aan Jack Segbars voor de BAVO-tip: gíng het een keer ergens over, hád het een redelijk hoge IESI-factor (aan Strategie ontbreekt het nog een beetje), ontbraken afgelopen zaterdag bij de discussie in TENT. weer hoegenaamd alle beeldend kunstenaars.
    Maar goed, ook al geloof je niet in de IESI-factor, ik ben van mening dat als kunstenaars (maar de factor is niet alleen van toepassing op deze beroepsgroep) níet de optimale combinatie van intelligentie, engagement, strategie én integriteit vinden, hen niet anders rest dan de status van folklore.

  15. Mrs. Deane houdt er geen beangstigend wereldbeeld op na, ze formuleert niet altijd even zorgvuldig. Wat betreft mijn vermeende ‘onzekerheid’ over het bestaan van een begrip, dat valt erg mee. Misschien dat Van Roosmalen er een beangstigend Mrs.Deane-beeld op na houdt? ;-) Waar ik me vreselijk over verkneukeld heb is het stalen ‘gezicht’ waarmee Van Roosmalen de term de groep in gooide zonder dat iemand argwaan had. En daarbij ook nog (on top of all things zou ik in het Amerikaans zeggen) beweert: “IESI biedt een objectief, of op zijn minst intersubjectief waarneembaar oordeel.”
    Ik dacht het niet dus. Alle IESI onderdelen zijn niet-objectieve grootheden en kunnen als zodanig ook niet uitdrukking vinden in een oordeel. Hooguit kan een groep gelijkgestemden tot een eensluidend oordeel komen over de IESI-score van een kunstwerk, maar het is al helemaal waardeloos in cross-culture toepassingen. Maar daarmee is het nog niet inter-subjectief. Kijk, het maakt mij niet uit of iemand de IESI-standaard wil toepassen of niet, waar ik bezwaar tegen heb is de ‘hauch’ van objectiviteit die eromheen gesuggereerd wordt. De hanteerder van de IESI score kan snel vergeten dat elke IESI-score gerelateerd blijft aan zijn subjectieve waarneming en daarmee net zo’n problematisch begrip wordt als de term ‘mooi’ of ‘schoon’. IESI is in the mind of the beholder. En dan nog over folklore: uit de styling bladen had ik begrepen dat folklore juist weer heel erg ‘in’ was dit jaar…?!

  16. “de optimale combinatie van intelligentie, engagement, strategie én integriteit”
    – kijk, wat ‘de’ optimale combinatie is, is alleen post-factum vast te stellen, d.w.z. als de actie van de desbetreffende kunstenaar geslaagd is.
    Een Strategie kan alleen succesvol blijken in de toepassing/uitvoering ervan in de weerbarstige praktijk. Een goed strateeg die vaker succesvol is, is niet succesvol omdat hij beschikt over een goede strategie, maar omdat daar een bepaalde blik, een visie aan ten grondslag ligt. Laten we het daar eens over hebben, de visie op de kunstwereld die nodig is om er succesvol in te kunnen opereren.
    Over Integriteit kan altijd getwist worden zolang we niet in het hoofd kunnen kijken van de man of vrouw van wie we de integriteit willen vaststellen. We kunnen alleen gissen en hopen dat onze ‘hunch’ juist zal blijken. En, zoals een beroemd Nederlands schrijver ooit zei, een mens heeft nooit één, maar altijd minstens drie motieven voor een daad. En niet elk motief hoeft even integer te zijn.
    Over Intelligentie is al teveel geschreven om daar nog iets aan toe te voegen, er volstaat te wijzen op de klassieker ‘de vermeende stupiditeit van de scholier Einstein’.
    Het begrip Engagement is zo veelzijdig en veelkleurig, het glipt je gewoon door de vingers als je daar de vinger op wil leggen. Een soort slime dus. Bush gebruikt het woord ook regelmatig, naar ik meen in een iets andere betekenis.

    Kortom, de IESI score is niet onaardig en kan ook zeker nuttig toegepast worden, maar Van Roosmalen moet mij er nog overtuigen dat het veel anders is dan jargon wat je ook tegenkomt op de achterkanten van oude jazz LP’s, waarop recensenten schrijven waarom ze de muzikant in deze sessie zo amazing retecool vinden. Daarop is het ‘buyers guide’ principe van toepassing. Als je eenmaal weet welke recensent jouw smaak benadert, kun je in de platenwinkel op zijn oordeel afgaan. Ofwel, als Van Roosmalen een hoge IESI-score geeft aan deze of gene actie van deze of gene kunstenaar, zal ik het ook vast okay kunst vinden (losjes uitgedrukt), of niet. Ik deel bij voorbeeld zijn enthousiasme voor Banksy, maar denk dat hij de ironie en de Distanz mist bij Houellebecq, die toch zeker niet in één adem te noemen is met Celine.

    Persoonlijk mis ik nog belangrijke elementen in het rijtje beoordelingsfactoren als Relativeringsvermogen, Humor (wat iets anders is dan platte Nederlandse meligheid) en Meerduidigheid/ambivalentie. Maar misschien mist Van Roosmalen de dagelijkse omgang met dit soort factoren om het gewicht en inbreng daarvan ten volle te kunnen waarderen.

  17. Arno van Roosmalen: ‘Ik zal dus niet bijdragen aan het Zero Content Symposium’

    Jammer. ‘De Essentie Van Het Internet’ lijkt me anders een prima thema voor het volgende Symposion.

  18. Tja…het internet. handig instrument in je “claim to fame”, goed benut door Banksy by the way.

    …welke plek heeft de “gevoelswaarde” in de IESI-factor? Is dat een extra lettertoevoeging waard? Lijkt me zeker een overweging waard…zeker met barbapapa-begrippen als Engagement en Integriteit…Of volstaat een 0 tot 10-checklist-behandeling? Met een soort KunstKemaKeur-stempel als uitkomst?

    Ik vind het een handig instrument in de zoektocht naar het duiden van kunstzaken, hierbij mijn dank. De “geimproviseerde” vondst ervan voegt hier alleen maar lof aan toe. Maar volledig erop leunen lijkt me wat al te optimistisch, de drang ernaar alleen al heeft iets naars. “Goedgekeurd door de nederlandse vereniging van Kunstenmakers en IESI-denkers.”

    Verdomme! Moet ik het toch allemaal maar weer zelf bepalen…

    chapeau!

  19. Over Houellebecq en Celine zou ik het niet dúrven hebben, Mrs. Deane. Dat was gewaardeerde gesprekspartner Segbars.
    Maar nógmaals: de IESI-factor is geen middel om de kwaliteit van een kunstenaar te meten, maar (autoquote) “waardeert de parameters Intelligentie, Engagement, Strategie en Integriteit, evenals hun onderling verband. Een optimale combinatie, een hoge IESI-score, impliceert een volledig betrouwbare, hardcore idealist, die zich door niets en niemand uit het veld laat slaan”. En ik vind dat uitermate goede kwaliteiten voor een kunstenaar met pretenties in de sociaal-relevante sfeer. Humor, relativeringsvermogen en ambivalentie passen daarin alleen als onderdeel van S(trategie). En natuurlijk zijn er strikt genomen veel meer parameters waaraan een kunstenaar gewaardeerd kan worden.
    Maar het lijkt me beter om, in plaats van de afzonderlijke parameters uit te pluizen, de IESI-factor te hanteren. Inderdaad als een soort ‘buyers guide’, KemaKeur, of ‘parental advice’.
    Gisteren eindelijk “The wind that shakes the barley” gezien van Ken Loach. Over begintijd IRA. Enerzijds enigszins melancholieke film met melodramatische momenten, anderzijds IESI-factor 9 (geen humor, geen relativering, geen ambivalentie). Ken Loach verzaakt zelden (ik ken niet al zijn films) of nooit.
    En, Walter, bedankt voor de geweldige TIPS!

  20. Ik ben toch zo blij dat ik niet meer de enige ben die hier niet zorgvuldig formuleert. Tenminste, ik heb geen andere verklaring voor het feit dat je jezelf binnen één post direct tegenspreekt. Enerzijds zeg je [alloquote] “de IESI-factor is geen middel om de kwaliteit van een kunstenaar te meten”. Okay, de lezer neemt nu als werkhypothese aan dat een hoge Roosmalense IESI-factor geen uitspraak doet over kwaliteit. Maar drie zinnen verderop zeg je dat een hoge IESI-score impliceert dat de kunstenaar uitermate goede kwaliteiten bezit. Hmmn, dus nu geldt een IESI-score toch wel weer als meetwaarde voor het vaststellen van kwaliteit(en) van de kunstenaar? Lezer denkt: So, what’s it gonna be boy? Doet jouw IESI-score een uitspraak over kwaliteit ja/nee (doorhalen wat van toepassing is).

    Verder ga ik het natuurlijk helemaal niet met je eens zijn dat humor en relativeringsvermogen onderdeel zijn van een strategie. Humor is geen tool, humor heeft te maken met je houding, je karakter, je visie en soms ook met de cultuur waarin je opgroeit. Banksy’s humor, zeker het vroegere graffitti-werk, is typisch Brits, dat vind je niet snel elders. Relativeringsvermogen is net zo min een tool. Was het maar zo, dan kon het nog aangeleerd worden aan diegenen die het node missen. – Maar wat heeft het voor zin om zo gedetailleerd in te gaan op de parameters die meespelen bij het waarderen van kunst als jij weigert in te gaan op een discussie over de ingrediënten, de basis van jouw IESI-score. Waar komt die weigering vandaan, denk ik dan? Is het de weigering van een slechte kok die niet wil dat we een kijkje in zijn keuken nemen? Is het de weigering van de manager, die niet wil dat zijn algemene beleidsjargon eens goed op de keper wordt beschouwd? Is het de weigering van de zwendelaar die ons een namaak-Rolex voor een echte wil verkopen en niet wil dat we het deksel openmaken? Arno, neem nou de uitdaging aan en voer die discussie! Ik probeer je niet af te breken, maar te helpen de IESI-score door een vuurproef te laten gaan en te kijken of het goed genoeg in elkaar zit voor het op de markt gebracht kan worden. Zie mij voor mijn part als medewerker van een TNO-instituut dat nieuwe begrippen test op duurzaamheid, slijtvastheid en gebruiksvriendelijkheid. Voor een goede test moet het begrip helemaal binnenstebuiten gekeerd worden, uitelkaar gehaald worden in onderdelen en weer in elkaar gezet worden. Dat is gewoon standaard-procedure, daarover hoef je niet gepikeerd te zijn of wat dan ook En doe er uiteindelijke je voordeel mee.

    Laten we ons eerst beperken tot misschien wel de meest problematische parameter, die van de strategie. Ik geef nog een paar extra aanzetten voor de discussie in de hoop je genoeg te prikkelen om verder te denken. Je slaagt er niet in (maar je doet ook niet veel moeite) duidelijk te maken in welk opzicht de strategie goed is, of voor wie. Is die goed voor de carrière, de machtspositie en de inkomsten van de ‘sociaal-relevante’ kunstenaar? Hoe sociaal-relevant is dat? Neem b.v. een kunstenaar als Jeanne van H. Haar werk is toch sociaal-relevant te noemen, dunkt me. Betekent een geslaagde strategie in haar geval voor jou dat zij als kunstenaar iets bereikt (bekender wordt, meer werk krijgt, invloedrijker wordt enz. enz)? Of zou een geslaagde strategie niet veeleer directe consequenties moeten hebben voor de mensen in de buurten voor wie en waar zij haar projecten uitvoert? Daarin zit toch een verschil. – Er zijn nog meer punten, maar die bewaren we voor later.

  21. Ik ga mee met Mrs. Deane dat er een inconsistentie zit in de redenering van van Roosmalen. Of in ieder geval een onduidelijkheid waarover we meer dienen te weten te komen.
    Volgens van Roosmalen is de IESI-normering (het heeft iets van een Duitserige TÜV of DIN normeringsijver) slechts te gebruiken als een quote: “waardering voor de kunstenaar als een betrouwbare, hardcore idealist, die zich door niets en niemand uit het veld laat slaan” en niet voor een algemene en totale waardering voor een kunstenaar.
    Maar tevens stelt hij ook dat als een kunstenaar -sterker nog: DE kunstenaar als generieke beroepsgroep- zich niet van deze kwaliteiten bedient, hij/zij gedoemd is als folklore te verdwijnen.

    Okay, hier staat nogal wat. Hier wordt het speelveld waarbinnen een kunstenaar zijn ding als een kunstzinnige werkelijkheid kan doen gelden, neergezet als een arena die met de benoemde kwaliteiten betreden dient te worden.
    Volgens mij impliceert deze formulering een werkveld dat beladen is met allerlei aanames van precondities waarin de kunstenaar moeizaam dient te manoeuvreren om zijn ding tot recht te laten komen. Die precondities worden door van Roosmalen impliciet als mogelijke elementen tegen het slagen van de kunstzinnige doelstelling neergezet, waar bij het vermoedelijk gaat om opportune geldingsdrang of de valkuil van het geld bij de kunstenaar zelf (Integriteit), stupiditeit van de kunstenaar en/of zijn omgeving(Intelligentie), gebrek aan inzicht het werk te positioneren(Strategie) en een gebrek aan een inzicht om het werk instrumenteel te maken aan een overkoepelende, goedaardige of verbeteringgerichte idee(Engagement). Veel van deze normeringen lopen in elkaar over: een goede strateeg is intelligent en zal zich ervan bewust zijn dat integriteit en engagement ook ‘af te rekenen kwaliteiten’ zijn’.
    (De term engagement vind ik in dit stelsel nog het moeilijkst te plaatsen. Is dit engagement naar de buitenwereld? Het effect dat de kunstenaar kan hebben met zijn acties op de wereld buiten de kunstwereld of kan hier ook sprake zijn van engagement dat zich slechts binnen de reikwijdte van het kunstzinnige onderzoek zelf beperkt?)

    Wat ik zo treffend aan dit normeringsstelsel vind is dat het in mijn ogen bijna kompleet het kader schetst waarbinnen de kunstzinnige inhoud zich tegenwoordig afspeelt en zich toe verhoudt. Met IESI brengt hij de positionering ten opzichte van de tegenstelling (kunstenaar en werkveld) als voornaamste inhoud van alle mogelijke kunstzinnige inhoud. Hij definieert hiermee ook het begrippenkader waarmee kunst begrepen en gekwalificeerd dient te worden.
    Hiermee wordt volgens mij het je (liefst correct) positioneren van de kunstenaar binnen de werkelijkheid van de culturele wereld als enig motief en drijfveer benoemd. En wordt alle zeggingskracht van de kunstzinnige moeite afgemeten aan het al dan niet slagen van die poging.

    Maar er zit iets vreemds in: waar van Roosmalen een duidelijke oppositie suggereert tussen de kunstenaar en het werkveld dat bezaait ligt met allerlei valkuilen komende vanuit de kunstenaar zelf en vanuit het werkveld, stelt hij ook dat als de kunstenaar zich niet verhoudt of zich richt tot die issues, de kunstenaar gedoemd is om te verdwijnen.
    Maar waar hij een oppsitie schetst, is die volgens mij grotendeels niet bestaand. Volgens mij zijn het juist ook de tentoonstellingsmakers die opereren vanuit de kwaliteitsnormering en begrippenapparaat zoals van Roosmalen ze schetst. De boze buitenwereld die van Roosmalen schetst is bezaaid met expositiemakers die al deze juiste attitude hebben, zoekend naar kunstenaars met overeenkomstige attitude. Welke tegenstelling rest er dan nog?
    Is de IESI-factor een curatorieel probleem? Wil de curator een ‘goede’ attitude neerzetten en heeft ie daar wat parameters bij nodig waar hij ook zichzelf aan kan afmeten?

    Ik ben benieuwd hoe van Roosmalen zijn IESI-stelsel inbrengt. Is het een provocatief breekijzer teneinde discussie aan te zwengelen of meent hij hiermee werkelijk een stelsel te hebben dat bruikbaar is om waardering te kunnen normeren. Ik vermoed een soort van ironie zijnerzijds maar weet het niet zeker.
    Of er zit een onzuiverheid in de redenering en gaat het over een persoonlijke meetlat die overgeheveld wordt naar de algemene wereld.

  22. > (autoquote) “waardeert de parameters Intelligentie, Engagement, Strategie en Integriteit, evenals hun onderling verband.

    Maar lees dan toch. ‘Evenals hun onderlinge verband’ Wie houdt daar de ogen bij droog?

  23. haha tranentrekker!

    Jeroen; deze topic is al zo uit zijn kluiten aan het wassen, het lijkt haast jammer dat hij steeds verder in het verleden zakt…; )

    en dat allemaal dankzij Banksy!

    wordt vervolgd..

  24. Dear Mrs. Deane, we doen allemaal ons best om duidelijk te formuleren. Dat lukt niet altijd. Mijn excuses voor het geval ik onheldere taal uitsla. Soms echter is het gewoon een kwestie van lezen-wat-er-staat. Nog één keer dan: de IESI-factor kan gebruikt worden om de betrouwbaarheid, standvastigheid en het idealisme van iemand te meten. Of dat nu een kunstenaar is, een manager, stand-up comedian of politicus (kennelijk is daar behoefte aan: zakenblad Forbes heeft een lijst aangelegd waarin beroemde Amerikanen in de entertainmentsector op hun ‘betrouwbaarheid’ worden gerangschikt. NRC meldde afgelopen week de uiteenlopende posities van twee Tommen, Cruise resp. Hanks).
    Het uitgangspunt voor onze discussie was de al dan niet vermeende activistische kunstenaar Banksy, remember? Vandaar dat IESI hier op kunst betrokken is.
    Verder heb ik betoogd dat je een kunstenaar niet louter op zijn IESI-factor kunt beoordelen. Omgekeerd, heb ik geschreven, impliceert een hoge IESI-factor wel goede kwaliteiten voor een kunstenaar-met-pretenties-in-de-sociaal-relevante-sfeer (volgende keer gewoon even de zin uitlezen, dus). Kortom, de beoordelingskriteria voor een kunstwerk of kunstenaar zijn impliciet al in het werk, het oeuvre aanwezig.
    Daarom ook kan je een minimalisten als Ditty Ketting, architectuurfotografen als Frank van der Salm, designbeeldhouwers als Wiki Somers wat betreft hun kunstenaarschap nooit (en zeker niet louter) op hun IESI-factor beoordelen.
    Humor en relativering zijn nooit een ‘tool’, zoals Mrs. Deane vreest, maar binnen het kader van IESI kunnen ze alleen als onderdeel van Strategie beoordeeld worden. Om bij haar voorbeeld, de ‘Britse humor’ in de vroege grafitti van Banksy, te blijven: daar is weinig van over wanneer die een ‘remake’ vindt in cash-and-carry subversiviteit. Dan is het nog slechts een icoon van ontregeling; dan ontbreekt de gelaagdheid van die typische humor op die specifieke locatie. Als je werkelijk activistisch wilt opereren kun je humor alleen maar heel consequent inzetten, of geniepig ‘faken’ – beide een vorm van strategie.
    Een strategie is geslaagd als de doelstellingen ermee worden bereikt. En die doelstellingen worden geformuleerd vanuit een engagement met de omringende omgeving. Dus niet met de eigen bankrekening, of de status in de kunstwereld (dat is sowieso ongeveer het verdrietigste dat je kunt nastreven). Je integriteit bepaalt in hoeverre je dat engagement volhoudt. Ongeveer op zo’n manier hangen die parameters samen.
    Samenvattend – het wordt pas leuk met lijstjes:
    Jeanne van Heeswijk 9 (IESI-factor)
    Ken Loach 9
    Hans Haacke 8
    Sonic Youth 7
    Marc Bijl 6
    Nick Cave 5.
    Later meer.

  25. Ha, wat fijn Arno, dat je tijd blíjft uittrekken voor een reactie. Ik denk dat ik niet de enige ben die dat waardeert. Dat zouden er meer moeten doen! – en dan met name jouw collega’s in het veld. Over jouw reactie zelf: kun je die IESI-factor niet gewoon vergeten en in plaats daarvan je concentreren op het scherp formuleren van jouw mening over bepaalde kunstenaars, musici, filmmakers etc.? Daar geniet ik persoonlijk veel meer van dan van jouw pogingen om de IESI-factor te verduidelijken. Die blijven nogal sponzig.
    Een voorbeeld [alloquote]: “Kortom, de beoordelingskriteria voor een kunstwerk of kunstenaar zijn impliciet al in het werk, het oeuvre aanwezig. ” – Dit is kennistheoretisch een onhoudbare stelling. Misschien haal je dingen door elkaar, nl. het criterium dat door de externe beoordelaar gehanteerd wordt en de categoriën die al in het werk aanwezig zijn (vorm, volume, kleur, getal, hoedanigheid, etc. etc. – de rest kun je nalezen bij Aristoteles) en waarop het werk aangesproken kan worden (het katègorein). Laten we een simpel voorbeeld nemen om toe te lichten wat ik bedoel: een leek beoordeelt het werk van een kunstenaar meestal volgens geheel andere maatstaven dan een specialist/’kenner”. De leek ontneemt zijn criteria aan een geheel andere beoordelingscontext dan de kenner. Het kan voorkomen dat een kenner beweert dat de beoordelingscriteria van de leek anders gewogen moeten worden dan de zijne. Maar dat neemt niet weg dat wat de leek toepast, net zo goed beoordelingscriteria blíjven. Dus hoe je het wendt of keert, de beoordelingscriteria blijven gebonden aan de beoordelaar, niet aan hetgeen beoordeeld wordt – en kunnen dus nooit impliciet in het werk liggen.

    Verder speelt er in jouw betoog door alle posts heen een verwarring waarvan het belangrijk is de vinger erop te leggen. De ene keer spreek je over de IESI-score van een kunstwerk, dan weer van een kunstenaar, dan weer van een oeuvre. Ik noem een veelzeggend voorbeeld uit het begin van deze onderhoudende discussie [alloquote]: “De IESI-factor heeft alleen betrekking op een specifieke ambitie die in kunstwerken, of in het oeuvre van kunstenaars besloten ligt. ” In een kunstwerk zelf noch in een oeuvre kan zoiets als ambitie liggen. Mensen hebben ambities, dingen niet. Kunstenaars kunnen een sociaal-relevante ambitie hebben en hun kunstwerken (strategisch) inzetten voor het verwezenlijken van hun doelstellingen/ambities. De mate waarin ze daarin slagen en de wijze waarop is, denk ik, waarvoor jij je IESI score nog het meest bedacht hebt. Vandaar dat je in je laatste post terecht jezelf herformuleert met : “de IESI-factor kan gebruikt worden om de betrouwbaarheid, standvastigheid en het idealisme van iemand te meten”. Nou blijf ik erbij dat factoren als ‘betrouwbaarheid’ niet te ‘meten’ zijn, je kan er alleen een subjectieve waarde aan toekennen op basis van de informatie die jou bekend is. We doen nog een voorbeeld.

    Neem any bekend abstract expressionistisch kunstwerk van een Amerikaans kunstenaar uit de jaren ’50 die met zijn werk de ambitie had de kijker te transformeren. Zou het voor een IESI-beoordelaar niet heel erg veel uitmaken om te weten dat abstracte schilderkunst in de tijd van de koude oorlog door de CIA heimelijk ingezet werd als politiek middel tegen de communisten? (Zie ook deze link: http://en.wikipedia.org/wiki/Abstract_expressionism) En wie krijgt in dit licht de hoogste IESI score? De kunstenaar of de CIA? En hoe waardeer je de ambities van de CIA in deze? Is dat niet ook afhankelijk van de politieke positie die je zelf als beoordelaar inneemt? Ik kan me zo een Amerikaan voorstellen die dergelijke ambities van de CIA op overtuigende wijze als volkomen integer kan beargumenteren.

    Je moet toch toegeven, het is niet nog niet zo simpel, jouw IESI-score. Maar je blijft ervoor knokken, dat is duidelijk. Ik vraag me af, waarom is de IESI voor jou zo belangrijk? Ik ben daar eigenlijk nog benieuwder naar, wat noodzaakt of motiveert jou tot het opstellen van zo’n code/score/puntensysteem? Probeer je niet gewoon een nieuwe uitdrukking te vinden voor de waardering die jij al dan niet hebt voor bepaalde kunstenaars en hun werk omdat je niet meer uitkomt met de huidge Nederlandse waarderings-systemen (die doorgaans niet veel verder gaan dan oppervlakkig te spreken over de schijntegenstelling van esthetiek vs. inhoud – zie ook artikel van Bronwasser over OOGlive in de Volkskrant)? Want dat is wat ik een beetje proef in jouw reacties. Of is dat weer heel persoonlijk van mij gedacht? Jack, wat vind jij?

  26. De IESI-factor zou, zoals Jack Segbars terecht opmerkt, met een vleug ironie ingezet kunnen zijn als breekijzer in een vastgelopen discussie. Niettemin blijkt hij, eenmaal in gebruik, een verfijnd resultaat op te leveren. De zeer respectabele pogingen van Mrs. Deane om IESI langs de logisch-positivistische manier te ‘kraken’ (falsificeren) verlangen van mij om aspecten te verhelderen, maar dat kan slechts tot op zekere hoogte. We hebben het hier immers over kennis-op-basis-van-consensus, een paradigma dat langzamerhand dat van de absolute kennis vervangt. Kortom: het wezen van IESI wordt duidelijker naarmate bespiegeling en gebruik toenemen. Vandaar dit ik IESI-promotie prefereer boven mijn particuliere bewondering voor kunstenaars-and-the-like (dat komt wel weer in een ander verband). Tegenover mijn neiging tot afkadering staat het uitwaaierende argumentenspectrum van Mrs. Deane (je hebt helemaal gelijk waar het het onontwarbare abstract-expressionistische CIA-complex betreft).
    Op het gevaar af ‘sponzig’ te blijven, nog even dit. Strikt genomen kun je volhouden dat beoordelingskriteria gebonden zijn aan de beoordelaar; laten we dan iets preciezer worden en zeggen dat ze op zijn minst niet allemaal even relevant zijn. Of je nu een leek bent, of een specialist, je beoordeelt Vermeer niet op zijn religieuze fijngevoeligheid; of Karel Appel op zijn beheersing van het perspectief. Dus een nuance: relevante kriteria zijn wel degelijk impliciet aanwezig, zelf immanent!
    En, inderdaad, (alloquote) “mensen hebben ambities, dingen niet”. Niettemin kunnen ambities wel in dingen (kunstwerken) besloten liggen (svp. lezen-wat-er-staat), o.m. doordat kunstenaars hun werk inzetten om doelstellingen te verwezenlijken. Daarom staan zowel strategie als engagement in de IESI-factor. Het gaat juist om hun onderlinge verband. Sorry JB, voor je waterlanders!
    Hopelijk doorbreekt IESI inderdaad de stramienen waarin we gewend zijn te denken en redeneren, al is het maar voor de ‘duur’ van deze discussie, en geeft het ons de gelegenheid om uitgesproken en specifiek te zijn, onverwachte verbanden te leggen, en onomwonden te oordelen zonder te kwetsen. En lijstjes blijven leuk, daarom voorlopig onderaan:
    presentatie ‘We are the world’ op Nederlands Paviljoen in Venetië (maatschappeljk geëngageerde kunstenaars, letterlijk misplaatste presentatie, onheuse ‘attitude’ van curator, vrijblijvende geste) – IESI-factor 4.

  27. Zo langzamerhand wordt het tijd dat we JB iets gaan aanbieden in ruil voor ons ‘gebruik’ van zijn ruimte…misschien een pakje tissues met IESI-keurmerk logo voor de waterlanders?

  28. Van mij krijgtie een 9.

    Banksy’s expo een 6-je, ondanks ons aller afwezigheid.

    Arno van Roosmalen’s IESI-vondst een 8,5

    Onuitputtelijke typ-dwang en repliek van Mrs. Deane een dikke 8, misschien wel een 8+

    Relatieveringen van Jack Segbars; goede 7.

    ..maar who cares?

    Blijf het een akelig idee vinden om kunstwaardering in cijfers om te zetten, ondanks de interessante flirt, voor strikt persoonlijk gebruik… Voor je het weet wordt het namlijk ook al weer zo’n middel voor pretentieuze uitsluiting, gekokketeer, elite-vorming, hierarchische denkbeelden, navelstaarderij, quasi sociaal verantwoorde vormen van kunstzinnig engagement, CV-gerelateerde vriendjespolitiek…ehh…goh…hmm… waar zie je dat toch meer?

  29. Ha E. Rosie, met die schouderkloppende IESI-scores heb je ons bijna ‘Kaltgestellt’. De tragiek van de wederzijds afgedwongen waardering begint op te doemen. Maar gelukkig is de IESI-factor daar te kil, berekenend, intersubjectief (sorry, Mrs. Deane) voor. Met IESI hopen we juist de, ook door jou gesignaleerde, vaste stramienen van denken en redeneren voor even te kunnen doorbreken. De boekhouder in mij wil de lijstjes graag compleet houden, daarom de volgende IESI-stand (met uitsluiting van ‘deelnemers’):
    Jeanne van Heeswijk 9
    Ken Loach 9
    Hans Haacke 8
    Sonic Youth 7
    Marc Bijl 6
    Banksy ‘Barely Legal’ 6
    Nick Cave 5
    Cur. Rein Wolfs ‘We are the world’ 3 (

  30. Overigens wordt de Banksy/Danger Mouse/Paris Hilton CD op eBay aangeboden voor 1250 dollar (ik kon het niet laten om het te checken).

  31. …en daarmee is inderdaad OOK dat project “kaltgestellt” ; ) Tenzij…het plan sowieso anders was. Je kunt je toch niet voorstellen dat deze prijzen alleen maar een soort “collateral damage” zijn van een anderzijds “geangageerd protest-project”?

    Tis een beetje cynisch zo…maar dat is ook weer geen nieuws.

    Kheb zelf de antwoorden niet hoor…gelukkig maar. Alleen vermoedens. : )

    En vragen.

    En ja, ook een IESI-keur helpt erbij de bomen van het bos te onderscheiden, of andersom. Maar net als zo vaak; ook hier geldt het onderscheid tussen doel en middel. IESI als doel; akelig; IESI als middel: interessant!

    Hiervoor nogmaals; mijn dank.

  32. Hoe komt heer van Roosmalen aan een normering van 5 voor Nick Cave?
    Ik geloof niet dat Cave erg behept is met zoiets ale een ‘activistische’ inslag. En dus ook niet als “kunstenaar-met-pretenties-in-de-sociaal-relevante-sfeer” in te delen is. Is het daarom ook dat hij een lage score krijgt? Kortom: is de IESI score wel een bruikbare meetlat als de voorwaarde voor meetbaarheid zoiets is als de vraag hoe ver x een aantal cm verwijderd is van 2 meter als die 2 m als volledige score geldt?

    Is de vraag stellen in dit geval niet het antwoord geven?

    En hoe is een kunstenaar als Ditty Ketting te bevragen over haar bedoelde reikwijdte over wederom: kunstenaar-met-pretenties-in-de-sociaal-relevante-sfeer? Is het je beperken tot formele schilderkunst dan ook meteen een afzien van die beinvloeding van de sociaal relevante sfeer? En wie bepaalt dat? Is die vraag niet erg moeilijk te beantwoorden? En is de motivatie van een Marc Bijl zo eenduidig te geven dat ook hij meetbaar is op deze wijze? Is zijn doelstelling wel direct afmeetbaar aan zijn direct maatschappelijke reikwijdte?

    Nogal wat vooraannames die aangelegd zijn om een normering geldend te kunnen laten zijn. En voor kennis-op-basis-van-consensus zullen we het toch eerst eens moeten kunnen zijn over deze meetlat.
    Ik vind het teveel gebouwd op subjectieve aanames terwijl het tegelijkertijd wel een air van objectiviteit aanneemt.
    Laat het een startschot zijn voor consensusvorming, een definitieve meetlat is het nog niet.

    En een klimaat creeren waarin oordelen niet kwetsen is erg nobel maar wel moeizaam. Zo heb ik er op dit moment de pe in dat weledele heer E. Rosie mij slechts met een 7 waardeert, het cijfer dat een vernietigende middelmatigheid uitdrukt.
    Ik zou willen riposteren met het geven van een 9,5 voor heer E.Rosie vondst van: “Je kunt je toch niet voorstellen dat deze prijzen alleen maar een soort “collateral damage” zijn van een anderzijds “geangageerd protest-project”?”.
    Bondiger had ik het niet kunnen samenvatten.

    In de hoop hem mnet deze hoge waardering ook kalt te hebben gestellt, verblijf ik hoogachtend etcetera

  33. Jack, over de plaatsing van Nick Cave heb je helemaal gelijk: die hoort niet in het rijtje. En ik denk dat Ditty Ketting geen sociaal geëngageerde pretenties heeft met haar formele schilderkunst. Maar het ligt genuanceerd, want voor Machiel van Soest lijkt me dat weer anders; de nationale vlag is immers een beladen vorm van ‘colourfield painting’. Op de twee I’s scoort Van Soest mijns inziens goed, Strategie kan veel beter en of zijn Engagement het ware engagement is zal blijken. Een 7, stel ik voor. En nu we toch bezig zijn, laten we OpTrek (projectbureau in Transvaal, Den Haag) er ook aan toevoegen.
    Kortom de IESI-factor lijst tot dusver:
    Jeanne van Heeswijk 9
    Ken Loach 9
    OpTrek 8
    Hans Haacke 8
    Sonic Youth 7
    Machiel van Soest 7
    Marc Bijl 6
    Banksy ‘Barely Legal’ 6
    Cur. Rein Wolfs ‘We are the world’ 3

  34. Ik ben nog niet helemaal om Arno, althans… ik ben het helemaal met je eens dat er een manier moet worden gevonden om uitgesproken en specifiek deze ontwikkelingen te kunnen bespreken. En natuurlijk zijn er pretenties aan te wijzen die al dan niet integer worden vervuld. En dat valt te kritiseren en te waarderen. En een discussie hieromtrent is long overdue.

    Goed dat je over Machiel van Soest begint, een goed voorbeeld voor het volgende probleem wat IESI betreft. Als ik het werk van Machiel goed begrijp adresseert ie een problematiek van ideologien, levert ie een kritiek op de gesteldheid des mensen om zich middels deze structuren te willen organiseren, zijn we het daar over eens?

    Tegelijkertijd gebruikt hij op een uitgesproken manier een beeldende kunsttaal die verwantschap heeft met de formele en minimalistische uitingsvormen.
    Van deze laatste zijn we niet meteen gewend om er politieke of maatschappelijk geengageerde kunstvormen in te zien. Dan ontstaat er dus een mengvorm tussen de twee beeldtalen. Hier zijn meer voorbeelden van te geven: Joep van Liefland bijvoorbeeld die met zijn werk direct de consumptiemaatschappij te grazen neemt maar die in zijn installaties ook elementen verweeft van “puur” beeldende aard. Denk aan zijn muur opgebouwd uit video-tapes die afgekapt worden in een afgebakende afmeting. Hij gebruikt dus wel de connotatie van de maatschappelijk gerelateerde inhoud (de informatie op video) maar tegelijkertijd geeft ie met dit beeld een “puur” minimalistische, beeldende oplossing weer.

    Wordt hier dan een directe pretentie van maatschappelijk bereik gesuggereerd of verhoudt het zich tot de traditie van de beeldende kunst zelf als agent voor deze maatschappelijke functie?

    Of de serie schilderijen van Gerhard Richter van de Baader-Meinhof groep, wat moeten we daar dan mee? Richter is bij uitstek de rechercheur van de problematiek van de representatie die in eerste instantie geen maatschappelijke portee kent. Moet deze serie dan gezien worden als een uitstapje, en is deze uitstap dan wel IESI te waarderen en de rest van zijn oeuvre niet?

    Of Bernard Frieze die schilderijen maakt die er totaal niet uitzien als maatschappelijk geengageerd maar die er wel een soort van Marxistische ethiek inlegt. Je kunt argumenteren dat hij middels de mogelijke reikwijdte van de kunst als culturele uitspraak invloed probeert uit te oefenen.

    Is IESI dan alleen toepasbaar op kunstenaars die claimen een ‘directe’ maatschappelijke invloed middels hun kunst uit te kunnen oefenen?

    Maar goed, ik blijf maar bezwaren opperen terwijl ik wel goed begrijp wat je bedoelt en er ook de noodzaak toe inzie.

  35. …en wat komt er ondertussen terecht van de idee de IESI in te zetten als breekijzer voor een vastgelopen discussie? Deze discussie gaat eerder over het vastlopen van de IESI als maatstaf. En steeds onduidelijker wordt het in welke discussie de IESI als breekijzer mag gaan dienen, want ik geloof dat het allang niet meer over de tentoonstelling van Banksy gaat.

  36. ..dat is dan in elk geval al meer discussie dan over de tentoonstelling lijkt me.

    Over die 7; het was een goede 7! dat is dus eerder een 7 + dan een 7 -. Maar allez, bij deze; aangezien cijfers toch altijd de schijn wekken volledig en compromisloos te zijn; alsnog een 8. Dikke 8? Ok. Dikke 8. Das dus bijna een 9…Waarom dan niet gelijk…Ok. Hoppeta. bij deze; EEN 9!

    Tijd om OOK achter de comma te gaan nuanceren? Een 9,2. Voila! In Amerika zou dat een A zijn…das toch niet niks.

    kaltgestellt verblijf ik, met vriendelijke groeten etc. etc. ; )

  37. Jack, dank voor je prikkelende ‘tegenvoorbeelden’ Van Liefland, Frieze en Richter. Men kán op elke kunstenaar een IESI-waardering toepassen. Alleen bij het merendeel is dat niet zo relevant; ze zullen op een lage score uitkomen. Dat is geen diskwalificatie als kunstenaar, maar betekent in de meeste gevallen dat ze geen pretenties in de sociaal relevante sfeer hebben; in de weinige gevallen dat ze die wél hebben is een lage IESI-score juist een diskwalificatie.
    Ik geloof dat Richter zich vooral met aspecten (Jack noemt het problematiek) van representatie bezighoudt. En met zijn politieke onderwerpen scherpt hij het vraagstuk van de al dan niet geoorloofde inzet van abstraherende technieken aan. Wellicht refereert het ook naar zijn politieke voorkeuren ‘damals’, maar daar blijft het bij. Ik zou er geen IESI-factor aan wijden.
    “Da fällt mir etwas ein….”: Günter Grass en de IESI. Ik gun hem een 8. Zijn bekentenis is door de media tot onzinnige proporties opgeblazen; hij heeft voorzien dat dit zou gebeuren en uit strategische overwegingen gewacht tot vlak voor zijn einde. Opdat de eerste interpretatie van zijn romans een zuivere zou zijn. (Banksy zou misschien pas op zijn sterfbed de namen van zijn weldoeners moeten bekennen.)
    Over Frieze en Van Liefland kan ik in dit verband geen mening te berde brengen. Daar gaan we weer, de IESI-factor lijst tot dusver:
    Jeanne van Heeswijk 9
    Ken Loach 9
    OpTrek 8
    Hans Haacke 8
    Günter Grass 8
    Sonic Youth 7
    Machiel van Soest 7
    Marc Bijl 6
    Banksy ‘Barely Legal’ 6
    Cur. Rein Wolfs ‘We are the world’ 3

    Nieuwe suggesties?

  38. und jetzt…. schluss mit lustig! De discussie rond de IESI-inventie van Van Roosmalen was natuurlijk zeer amusant, -‘dat zien wij graag’ – maar onderhand is het tijd om de beuk er in te gooien. Door al het geëmmer over de criteria en de juistheid/toepasselijkheid van het IESI-keurmerk is al lang geen sprake meer van een breekijzer voor het openen van een discussie over het ‘duiden van kunstzaken’ of het begin van een analyse voor de Banksy actie. We lijken wel een groep artsen die over het instrumentarium zitten te kibbelen en daarbij de patiënt uit het oog verliezen, die, for all we know, onder onze handen ligt dood te bloeden. Zijn we het er trouwens wel over eens wie de patiënt is en wat hem scheelt? Ik dacht het niet. Misschien dat Van Roosmalen zijn nieuwe gadget even wil laten voor wat het is (dus alsjeblief geen knopjes meer indrukken op het IESI-apparaatje om lijstjes mee tevoorschijn te toveren – inderdaad, E.Rosie, who cares?). En misschien [dit is maar een voorstel] dat we het kunnen hebben over ‘sociaal relevante kunst’.

    Die term alleen al is een discussie waard. Als er zoiets als sociaal relevante kunst bestaat, zijn er dan ook andere soorten ‘relevante kunst’? Economisch relevante kunst? Ecologisch relevante kunst? Spiritueel relevante kunst? Of heeft de taal een loopje met ons genomen en lijkt de term ‘sociaal relevant’ alleen zinvol omdat het een echo is van de alom gebezigde kreet ‘maatschappelijk relevant’? En ook, begrijpen de kunstenaars die in de lijstjes circuleren hun eigen werk en werkzaamheden ook als zijnde ‘sociaal relevant’ of spreken en denken zij over hun eigen activiteiten in heel andere termen?

    Behept met een filosofische graad denk ik vaak na over wat het nu precies is wat ik als kunstenaar doe. Hoe en met welke woorden kan ik mijn eigen werk invangen? Daarbij probeer ik niet te vergeten dat er heel verschillende soorten kunstenaars zijn die allen een eigen opvatting hebben over hun kunst en over ‘de’ kunst. Als ik zeg dat ik nadenk over de aard van mijn werk is dat niet omdat ik geen idee heb van wat ik aan het doen ben, maar omdat in het huidig tijdsgewricht het menselijk handelen zelf niet meer zo simpel te duiden is. Om een voorbeeld te noemen. Waar iemand als Hannah Ahrendt nog een duidelijk en zeer verhelderend onderscheid kan maken tussen arbeiden, werken en handelen (zie haar analyse van de Vita Activa), ervaren wij tegenwoordig aan den lijve dat het werken voorop en straks ook het handelen zich steeds meer reduceren tot pure ‘arbeid’, en dat alle producten die uit deze ‘arbeid’ voortkomen voor verbruik bestemd zijn.

    Ik denk (en ik hoop dat ik de plank niet al te veel mis sla door dit te denken) dat veel kunstenaars die door jou als ‘sociaal relevant’ worden ingeschaald, op zoek zijn naar nieuwe wegen om werk te maken dat naar hun gevoel ‘relevant’ is. Was tut not? zou een Duitser hun Leitfrage formuleren. Een Amerikaan zou naar de ‘urgency’ van het werk vragen. Ieder voor zich kan daar een ander antwoord op geven. Daarbij is het nog helemaal niet uitgemaakt, of het werk van iemand die zich uit overtuiging beperkt tot de formele schilderkunst uiteindelijk misschien ‘sociaal relevanter’ blijkt dan het werk van een ‘activistisch’ kunstenaar als Banksy. Dat de vraag naar de relevantie van kunst überhaupt opkomt lijkt er in ieder geval op te duiden dat kunstenaars zich steeds slechter kunnen vinden in de rol en duiding die vanuit de traditie maar ook vanuit de kunstgeschiedenis aan hun werk wordt opgedrongen. De kunst is en vermag al lang niet meer wat zij ooit was en vermocht. Maar wat is en kan zij dan wel? Het blijkt nog niet zo eenvoudig die vraag te beantwoorden.

  39. (autoquote) “Soms is het gewoon een kwestie van lezen-wat-er-staat”, Mrs. Deane, want ik kan me niet herinneren dat ik ‘sociaal relevante kunst’ of ‘idem kunstenaar’ heb geschreven. Overigens bestaat er wel degelijk economisch relevante kunst; de financiële spin-off van Frieze Art Fair is maar een enkel voorbeeldje.
    Ik ben het helemaal met Mrs. Deane eens over de doktoren en de patiënt, sterker nog: het is inmiddels lang geleden dat ik heb gesuggereerd om op te houden met geneuzel over de kriteria. Fijn te merken dat Mrs. Deane ook ‘om’ is. En, zoals met alle ‘bekeerlingen’ (tabak, poeder, alcohol) gaat; die worden Roomser dan de Paus. Helemaal geen probleem. Wél een probleem is dat Mrs. Deane de zaak weer onnodig verbreedt en compliceert (misschien vanwege de filosofische graad?). Want ik schaar absoluut niet alle kunstenaars die (alloquote) “op zoek zijn naar nieuwe wegen om werk te maken dat naar hun gevoel ‘relevant’ is” onder de noemer kunstenaar-met-een-maatschappelijk-engagement-of-een-ambitie-daartoe (ik formuleer het maar weer eens anders, voor de verandering). Dat zou het veel te ondoorzichtig maken. Natuurlijk kan achteraf blijken dat een kunstenaar die zich zijn leven lang met louter formalistische instelling aan de beeldende kunst wijdde, een belangrijke maatschappelijke omwenteling teweeg heeft gebracht. Strikt genomen zou daarop desalniettemin een IESI-score niet van toepassing zijn. Maar om toch een poging te wagen: zou Christo in dat verband een goed voorbeeld zijn? Wat heeft zijn ingepakte Rijksdag betekend? Of Florentijn Hofman? Want ik ken geen monochroom dat zozeer is doorgedrongen in verschillende maatschappelijke geledingen (en daar de blik heeft gekanteld) als zijn “Beukels Blauw”.
    Een IESI-waardering ligt voor beide heren op de loer, want waren hun kunstwerken louter op formeel, esthetisch gemotiveerde ingrepen?

    Nog twee reacties op Mrs. Deane.
    1. Uit de korte schilderkunst-discussie blijkt, mijns inziens, juist dat de meeste kunstenaars zich heel goed kunnen vinden in de duiding die door anderen, ‘experts’, aan hun werk wordt opgedrongen.
    2. Lijstjes zijn leuk en evocatief; daarom ook leerzaam. Het biedt een mogelijkheid om kunstenaars te ‘situeren’ en inzicht in onbekende kunstenaars te krijgen door de context waarin ze geplaatst zijn. Zie de discussie over de Top100 uit de Guardian.
    Daarom: weer een update (naam/titel, IESI-factor).
    Jeanne van Heeswijk 9
    Ken Loach 9
    OpTrek 8
    Hans Haacke 8
    Günter Grass 8
    Sonic Youth 7
    Machiel van Soest 7
    Marc Bijl 6
    Banksy ‘Barely Legal’ 6
    Shirin Neshat 4
    LA Raeven 4
    Cur. Rein Wolfs ‘We are the world’ 3

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*