“Het is het outsourcen van kunstproductie die de kunst daadwerkelijk globalistisch maakt”

Made in China: Kriemann’s Crooswijk meteoriet. (Link)

Beeld van de kunstenaar:

“Nederlandse kunstenaars zijn cultureel ondernemers. […] Eenzaam absint drinken op een zolderatelier doe je maar in je eigen tijd. Ze vormen een nieuwe generatie professionals, die de kunstwereld verrijkt met ambachtelijke en betaalbare kunstwerken – met Chinese signatuur.”

Chinezen kunnen alles (na)maken:

“[…] ook in het westen geldt dat kopieën statusverhogend zijn voor het origineel. […] Van design is het gevaar nu bekend, maar hoe zit het met unica? Wie garandeert dat er geen suburb is in Canada waar op een rotonde dezelfde meteoriet ligt die Kriemann eenmalig liet produceren voor Rotterdam?”

Misverstanden en miscommunicatie:

“Iemand die als voorbeeld een schoteltje stuurde, dat een scherfje miste, ontving een tig-delig servies met evenzoveel happen eruit. Nu Chine de Commande een comeback beleeft, is de miscommunicatie ook terug. Kunstenaar Herman Lamers ontwerpt grote dieren en bestelde twintig witmarmeren reuze-eieren. Hij ontving, na betaling, veertien bruine exemplaren. Op Van Lieshouts eerste duizend stoelen bleek zijn merknaam ondersteboven te staan – de werklui konden ons schrift niet lezen. Somers bestelde een grote vaas en kreeg een miniversie. Dat leek de fabriek handig, een prototype, voordat het in duizenden gefabriceerd zou worden.”

Meer dan sappig leesvoer, artikel Sandra Smets in het NRC over Nederlandse kunst en Chinese maakbaarheid:

http://www.sandrasmets.nl/varia/chine_de_commande.htm

About Jeroen Bosch 4742 Articles
Smaakmakend sinds jaar en dag: onafhankelijk kunstenaar, tentoonstellingmaker, trendbeheerder en oprichter art agent orange, artist run art agency. Eigen werk onder jeroenbosch.com Meer info zie trendbeheer.com/jeroen-bosch

12 Comments

  1. “Het is het outsourcen van kunstproductie die de kunst daadwerkelijk globalistisch maakt” – andersom is eerder waar: doordat er een globalistische economie is, kan kunstproductie naar elder geoutsourced worden.
    Verder aardig leesvoer, maar wederom een artikel dat jaren achterloopt op de trend. (Maar misschien is dat automatisch zo met stukken die voor de grote massa geschreven worden?) Dit verschijnsel is al tientallen jaren aan de hand, maar nu opeens is er aandacht voor? Of komt dat omdat het woordspan kunst en commercie op het moment hip is?

    (Toch dank voor de link JB!)

  2. Het is inderdaad een dubbele boodschap die in het stuk naar voren komt.
    Aan de ene kant is het slechts een kwestie van goedkoop produceren, aan de andere kant is het de Kunst die werkelijk globaal wordt.
    Volgens mij gaat het over twee verschillende dingen.

  3. Kunstenaars worden echt ondernemers en dan gaan andere dingen spelen dan alleen maar kunst, voor je het weet ben je echt geslaagd in deze maatschappij!

  4. Volgens mij houdt men elkaar steeds minder voor de gek over het bedrijfsmatige aspect van de kunst en valt het taboe weg om over het productiviteitsaspect van de dagelijkse kunstpraktijk te spreken. Kunstenaars worden niet, maar zijn al lang echte ondernemers. Waarom? – omdat alles in deze wereld zich laat zien vanuit het perspectief van de arbeid (zie ook Ernst Jünger), dus ook de kunst. Op zich staat er niets nieuws in het artikel, maar waar ik me over verbaas (nou ja een beetje), is dat men dat romantische beeld van de kunst, wat toch nodig was om de kunst te verkopen als iets ‘speciaals’, steeds makkelijker loslaat. Wat me zorgen baart, is dat er steeds minder ruimte lijkt voor de mogelijkheid voor kunst iets anders te zijn dan alleen arbeidsmatig en daarom economisch. (En nee, ik verlang niet terug naar de romantiserende blik op de kunst.) Ja natuurlijk, ook ik ben ondernemer-kunstenaar, want ik kan mijn kunstpraktijk moeilijk onttrekken aan de huidige stand van zaken, maar ik probeer altijd de beperking in te zien van die positie. Daarom is het voor mij interessant te kijken hoe andere culturen daar mee omgaan, die nog niet geheel opgenomen zijn in het globalistisch geweld. Juist de constatering in het artikel van Smets dat de kunstenaar in Afrika meer moeilijkheden ondervindt en men minder downright commercieel denkt, geeft te denken, en geeft eigenlijk hoop op het (voort)bestaan van die ‘andere’ ruimte voor de kunst.

  5. Ik weet niet precies wanneer de trend is begonnen om kunst in China te laten maken – voor 1990 waren de mogelijkheden wel heel erg beperkt, ik weet dat tien jaar geleden een enkeling ermee bezig was, en nu kun je het een trend noemen, die heel snel groeit. Genoeg nieuwswaarde dus. De andere opmerking van Mrs. Deane dat het komt dankzij de globalistische economie dat kunst globalistisch wordt, ja dat is waar, maar dat klinkt passiever dan hoe ik het zie. De kunstenaars die ik heb gesproken zijn de mogelijkheden aan het verkennen. Geld speelt een rol, maar ook experiment, techniek, ambacht – dat alles is onlosmakelijk verbonden met elkaar. Ze zijn allemaal tot kunstwerken gekomen die niet mogelijk waren geweest als ze het hier hadden moeten maken. Het is inderdaad zoals Jack schrijft een verhaal met meer kanten: de kunst wordt globaal doordat het goedkoop elders gemaakt kan worden. Maar dat is geen dubbele boodschap. Het is niet óf cultuur, óf ondernemerschap. Bij cultureel ondernemerschap is geld en bedrijfsvoering nodig om iets mogelijk te maken, niet om te cashen. Het maakt dat je meer kanten uit kunt als kunstenaar en ik vind dat deze kunstenaars dat goed aanpakken.

  6. Ha! Wat leuk, de schrijfster van het artikel doet mee aan het gesprek. Welkom.

    De trend om kunst te outsourcen naar lagelonenlanden (China is daar pas later bij gekomen) bestaat al langer dan tien jaar, maar gebeurt inderdaad op steeds grotere schaal. Ik herinner me een project van Berend Strik waarbij goedkope borduursters uit Polen werden ingezet, houten beelden van Johan Wagenaar die voor een prikkie in Thailand werden gemaakt en kunstenaars die goedkoop catalogi lieten drukken in Zuid-Oost Azië. De drukkosten plus vliegtickets waren goedkoper dan het hier in Europa te doen.

    Maar all in all, waarom is het opeens nieuwswaardig als kunstenaars met China zaken doen en was het dat niet toen ze nog met andere landen of zelfs met binnenlandse bedrijven zaken deden? Bovendien, waarom wordt er aandacht besteed aan de productiekant nu die naar China zich verplaatst (ook al is het niet op grote schaal). Is dat interessant omdat China een hype is? Of is het een combinatie van groeiende belangstelling voor de financiële kant van de kunst in combinatie met de trek naar China? Deze vragen zijn niet honend oid bedoeld, maar ik stel ze omdat het me opvalt dat er nu opeens ruimte voor is in het openbare debat om het over dit soort te dingen te hebben waar dat voor een paar jaar nog not done of not interesting was. Wat zegt ons deze ontwikkeling, waarvan Sandra Smets door haar artikel deel uitmaakt?

    Ik geloof overigens niet dat hier gesuggereerd werd dat de kunstenaars die genoemd werden het niet goed aanpakten. Niet door mij in ieder geval. Kriemann’s komeet heb ik altijd prachtig gevonden, en die waardering heeft niets te maken met de plek van productie. Het “Made in China” is voor mij geen wezenlijk onderdeel van het werk of het concept.

  7. Niet alles hoeft nieuwswaardig te zijn – Verdonk draagt dood vlees onder haar stola – om interessant te zijn. Smets’ stuk biedt inzicht in hedendaagse kunstprakijk en dat eerder boekjes elders werden gedrukt doet daar niets aan af.

    Het made in China is overigens voor mij wezenlijk onderdeel van Kriemanns project. Replicatie en duplicatie zou nog fraaier zijn als de steen ongevraagd en stiekem in Canada en wherever zou zijn geplaatst – maar de chinezen zijn niet gek.

    (Klombergs ongeziene miljoenen knikkers op een dak, daar ben ik om andere redenen weer heel geinteresseerd in. Kunst in de openbare ruimte, die kan wat.)

  8. Maar wordt kunst hierdoor globaler? De bienales all over the world lijken al jarenlang inwisselbaar en er is langer sprake van een ‘globale’ kunst. De wereld is werkelijk een dorp geworden.

    De verschillende kunstenaars die worden genoemd hebben ieder op eigen wijze iets met ‘outsourcing’. In Kriemanns geval staat ‘outsourcing’ voor replicatie wat nauw verbonden is met het beeld dat we van China hebben maat wat inmiddels niet meer exclusief voor China geldt. Maar dat gaat niet op voor de andere voorbeelden. Bij Cox gaat het over andere knikkers dan die bij Klomberg en voor Joep van Lieshout geldt dat zijn entrepreneur- anex ondernemerschap een logisch vervolg krijgt in de relokatie naar China. In feite ook een verhaal van knikkers. Maar wat tegelijk goed past zoals Smets al meldde in het concept van de sweatshop en zijn flirt met ‘fout’ ondernemerschap.

    Allemaal voorbeelden van kunstenaars die het goed aanpakken, maar wat de globalisering betreft: die is al heel wat langer gaande.
    Waling Boers van Buro Friedrichs op zoek naar nieuwe vertes en heeft een kantoor in Shanghai geopend. Het MoMa opent een filaiaal in het middenoosten, de bienale van Istanboel wordt belangrijker dan die van Venetie, nieuwe markten en constellaties dienen zich dus aan.
    Ik denk dat de ware globalisering eerder te vinden is in de afkalvende authoriteit van de modernistische avantgardistische westerse kunst ten gunste van de zich emanciperende rest van de wereld, dan dat het alleen zou zitten in het feit dat de produktie door westerse kunstenaars nu ook elders wordt gedaan. Dat duidt namelijk nog steeds niet op wisselwerking en wederzijdse beinvloeding.

  9. > de bienale van Istanboel wordt belangrijker dan die van Venetie

    Nogal wiedes: elke twee jaar Arnout Mik gaat op den duur vervelen.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*