Space Invader verwoordt het nog een keer in een notendop.
Parijs is ondertussen inderdaad nog precies het zelfde. De wereld verdeeld in tweeën, een wij en de rest.
Ook de Versaille-afdeling van het franse verzet (ter hogere glorie van de herinstallatie van het koningshuis) liet zich op subtiele wijze horen: Jef Koons’ expo in het paleis aldaar, is als een Koons in Auschwitz ..okee.
Fontana 2010 ditmaal ritsbaar door Pucci de Rossi.
Daarna richting de grote grèffêtie-ekspositie in Fondation Cartier, onder de illustere titel: Geboren in de Straat, Subtitel: graffiti (voordat we natuurlijk denken dat het om iets anders gaat)
The new black: “Verboden te fotograferen”, dus troebele plaatjes.
Over deze expo was al eerder een post te zien op TB, maar ik moest het toch even kwijt: tjonge jong jong, wat een verspilde moeite was dat weer!! Graffiti zoals het hoort: tussen zes planken zo dood als een pier. De tentoonstelling was in twee delen verknipt. Deel 1 het zogenaamde geboortemoment in NewYork in de jaren ’70 – met, dat moet zeker gezegd worden, een mooi historisch overzicht met toffe verzamelde snuisterijen van toen, maar ook wat spuug en spuug lelijke nep-fitti van de oude mannnen van toen (Seen woonde toch om de hoek tegenwoordig, dus dat scheelt, en OHOH wat erg!: PHASE2 durfde niet te vliegen, dus die had een tranentrekkende tenenkrommende edoch wandvullende fullcolour computer-piece uit de printer weten de duwen die daar was opgeplakt) dat helemaal NIKS probeerde te communiceren. Behalve meer van hetzelfde oude glorie bla bla.
(Mooi setje kleren van Seen, waarmee hij vroeger de treinyard opwandelde)
Jon-Naar-Gordon-Matta-Clark achtige straatplaatjes van Sol LeWitt uit 1976 (wie was er eerst).
En een nog altijd hartverscheurende Blade kreet: “The names of those enclosed died before 23”
Verder ter afsluiting van het “Amerikaanse verhaal” nog de verplichtte Haring en Basquiat en nog wat van die schilderijen-periode van toen.
Op de begane grond op panelen die men nog bleek te hebben staan, een handvol Europeese grootheden die in navolging van het in de kelder vertoonde, hun weg hebben gevonden naar de straat (en trein). Allemaal mochten ze 1 dingetje doen, zodat het vooral duidelijk was dat er niks duidelijk was behalve een feest aan esthetisch gedoe. JonOne, die met 100 kleuren stiften zijn naam vele malen op een gipsplaten wandje tekent, en daar nog iets omheen figuurzaagt om het nog een extra scheutje mooi te geven.
aka Boris van Tellegen die een Fontana-ding doet met zijn wandje, gelardeerd met zijn geroutineerde 3d saus. Van het wandje van Nug heb ik maar geen foto gemaakt. Die was gewoon té slecht, of eigenlijk gewoon te niks..
Een paar hedendaagsen die daar gelukkig wel uit de verf kwamen, hadden in ieder geval op een andere manier de ruimte gevonden, wat iets aan context toevoegde aan de werken zelf: Barry McGees Amaze deed een Amaze met subtiele bijbehorende tributes op de achterzijde.
Olivier Stak brandde zijn ode aan de banlieu als Symphonie op locatie tussen voordeur en kelder, tussen kassadesk en infobord.
En Honet, hangend klimmend en kruipend in het raamwerk van Le Mur. Ad Augusta, Per Angusta. dat u het weet.
Daarna nog even snel door naar Palais de Tokyo voor een cryptische “Spy Numbers” in hun grote zaal.
Archi-sonische ruis van Pascal Broccolichi.
En een mega grote Felix Schramm (waar Fontana nog een puntje aan kan zuigen..).
Maar dat even terzijde, verder alles zeer naar wens.
Goede groet van uw gelegenheidscorrespondent te P.
zuur momentje jj?
die Honet is best goed te pruimen…
Er moet toch meer zijn jj
Jongeleen is de ‘Def p’ van de Nederlandse street art scene.
Ja JJ, wat had je dan verwacht? Komop, de zon schijnt, naar buiten!
Ik snap je wel hoor JJ, Vindt het ook niet passen en lichtelijk oudbakken. Maar zo denk ik ook wel over jouw werk.
Noot Mies
, wat ik had verwacht was iets te zien wat de vooroordelen wist te overstijgen ipv bevestigen.
Het merendeel van de kunstenaars die meededen aan het hedendaagse deel van die tentoonstelling zijn in staat en hebben bewezen werk te kunnen maken wat dieper gaat en gelaagder is dan het getoonde dingetje.
Waar het in de kelder in iedergeval in een historische context wordt getoond en geduid, was er op de bovenetage alleen plek voor estetisch-doenerij. Ook mooi als je daar van houdt, maar een gemiste kans tegelijkertijd.