Vrouwenkunst

“Dat moet door een vrouw gemaakt zijn. Kan niet anders”, zei Boris toen hij de ruimte binnenstapte. De kunstenaar beende recht op een wollen sculptuur af. “Net zoals je aan de rijstijl ziet dat er een vrouw achter het stuur zit.” Galeriehouder Janus Goekoop Fransman keek wat ongemakkelijk naar de kunstenaar. “Dat meen je toch niet echt?”

Janus en Boris kenden elkaar al langer dan vandaag. Toch vond Janus het moeilijk te peilen wanneer Boris nou serieus was en wanneer niet. Naast Janus stond Ton Smal, ook beeldend kunstenaar. “Ik zie het ook altijd”, zei Ton. “Of het door een vrouw is gemaakt of door een man.”
“Nou, jongens!”, zei Janus. “Doe niet zo mal. Dit is ronduit seksistisch.”

“Wat is dat toch hè?”, vroeg Boris, Janus negerend. “Je ziet het aan het materiaalgebruik…”

“Vaak textiel of klei”, viel Ton bij.

“Veel symboliek”, zei Boris.

“Niet zelden autobiografisch”, vulde Ton aan.

“Een ongelukkige jeugd die verwerkt moet worden”, Boris keek er getergd bij.

“Of iets met religie”, Ton rolde met z’n ogen.

“Maar het heeft nooit ballen”, baste Boris.

“Klopt!”, riep Ton. “Het schuurt nooit echt.”

“Terwijl ze wel vaak zand of stenen gebruiken!”, gilde Boris. “Dat dan weer wel!”. Ton gierde het uit.

Janus hoorde het half geamuseerd, half gegeneerd aan. Als homo was hij extra gevoelig voor stereotiepen. Ergens vond hij dit soort gesprekken wel fascinerend. Het waren een beetje de kleedkamergesprekken van hetero kunstenaars. Als er een vrouw bij had gestaan, hadden ze het niet gedurfd. Maar nu, als mannen onder elkaar, lieten ze alles lopen.

Tegelijkertijd vond hij het schokkend om te merken hoe ouderwets en chauvinistisch sommige mannelijke kunstenaars nog dachten. Laatst nog, had een collega galeriehouder zich bijna verontschuldigd dat hij, na vijf exposities met homo kunstenaars, nu weer ‘gewoon’ een expositie organiseerde met een heteroman.
“En wat typeert mannenkunst dan?”, vroeg Janus.

De mannen waren even stil.

“Ja, dat zit conceptueel gewoon beter in elkaar”, zei Ton.

“Dat is een klap in je bek”, Boris maakte een gebaar.

“Alsof je een stomp in je buik krijgt”, zei Ton. “Maar dan alleen bij goede mannenkunst natuurlijk.”

“En hoe zit het dan met kunst van homomannen?”, vroeg Janus. “Is dat dan een symbolische stomp in je buik?”

De ironie ontging de hetero’s. Boris krabde onder zijn kabeltrui. “Maken homo’s kunst? Ik ken er geen.” Ton probeerde nog: “Die werken dan vast niet met materiaal waar ze vieze handen van krijgen.”

Janus schudde zijn hoofd. Dit kwam niet meer goed.

About Jacques Placques 97 Articles
Jacques Placques schrijft over hardnekkigheden, schandaaltjes en stereotypen in de kunst- en designwereld. Als stille getuige tekent hij observaties op die geromantiseerd zijn weergegeven om herkenning te voorkomen.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*