Yen Chi-Ping werkte een aantal jaren in New York voor het Taiwanese Ministerie van Cultuur. Ik ontmoette haar, ruim tien jaar geleden, tijdens een evenement van Residency Unlimited en we zagen elkaar regelmatig tot ik in 2017 naar het Caribisch gebied vertrok. Het was Yen die de publicatie ‘Entangled Species’ onder de aandacht bracht bij de directeur van MoCA Taipei wat resulteerde in de uitnodiging van het museum een tentoonstelling te maken, en mijn verblijf nu in Taiwan. Yen kwam in 2021 terug naar Taiwan en werd daar niet veel later de Deputy Director van het National Taichung Theater (NTT). Tijdens mijn verblijf zie ik haar in Taipei en ze nodigt me een aantal keren uit in Taichung onder de goede zorg van Wu Fan, een van de stafmedewerkers bij het theater.
Taichung ‘graafschap’ (het gebruik van het Engelse ‘county’ hier blijft vreemd) is van oorsprong het gebied van Atayal, Babuzas, Hoanya, Papora, Pazeh, en Taokas, in midden van het eiland. Taichung stad heeft doordat het tussen twee bergketens ligt vrijwel geen last van de wervelwinden die het eiland teisteren en een milder, minder schommelend klimaat (warmer in de winter, kouder in de zomer dan Taipei) met regen in de zomer. De stad ontwikkelde zich tijdens de Qing Dynastie kolonisatie in de achttiende eeuw. Tijdens de daarop volgende Japanse kolonisatie gooiden die de hele boel plat (een eenzame poort daargelaten begreep ik) en ontwikkelden het opnieuw als ‘de moderne stad’ en spin in het transport web in Taiwan. Er wonen momenteel krap 3 miljoen mensen en daarmee is het de tweede grootste stad in Taiwan. Aangezien ik Nederlands ben krijg ik regelmatig te horen dat Taichung naast een Tech-stad, ‘de fiets stad’ is, waar fietsfabrikanten, als Giant, opgericht werden. Eerst voor de lokale markt en uitgegroeiden tot internationale bedrijven die domineren met fietsen van hoge kwaliteit. Hoorde ik eerder met stelligheid dat ‘Bubble tea’ uit Tainan komt, niet volgens Taichung want daar hoor ik hetzelfde, lol. Het blijft een dingetje: oorsprong en eigenaarschap.
In het artikel over Kaohsiung schreef ik al dat Yen me uitlegde dat een theatergebouw een nieuw fenomeen is voor podiumkunsten in Taiwan. NTT is (wederom) enorm en heeft verschillende zalen, echt van een ander niveau als bij ons, de grote zaal heeft 2000 stoelen, de middenzaal is 800 stoelen en de black box / kleine zaal is 200. Het complex heeft ook een buiten amfitheater. Het ziet er allemaal super professioneel, functioneel en overweldigend uit. Yen werd door het Ministerie vorig jaar mede aangetrokken voor het theater vanwege haar internationale ervaring om beleid te ontwikkelen over publieksbereik, en vanwege haar internationaal netwerk voor het ontwikkelen van internationale coproducties. Ze legt uit dat ze hier ook werken in rondes van vier jaar. Maar die kunnen, anders dan bij ons of in Amerika, ook verbonden zijn aan de verkiezingen. Niet alleen qua nationaal beleid maar als het bewind verandert heeft dit (net als in het Caribisch gebied vaak gebeurt) ook consequenties voor de twee top managementlagen van gesubsidieerde instellingen, die worden dan vervangen ‘met eigen mensen’. Er zit dus een enorme druk op een visie ontwikkelen en uitvoeren want dat moet in vier jaar, en dan maar hopen dat er wat beklijft. Het is een groot probleem binnen de kunst- en cultuursector die daardoor geen langetermijnvisie, missie en beleid kan ontwikkelen en problemen heeft op het gebied van structuur, continuïteit en opbouwen van netwerken en langdurige samenwerkingen. Bij haar aantreden is de programmering verdeeld in drie seizoenen. Het voorjaar is ARTS Nova, waarin het theater experimenteel en innovatief interdisciplinaire werken vertoont, deels ook internationale coproducties. Mijn bezoeken vallen dus in ARTS Nova en ik ga naar een internationale conferentie over nieuwe technologie in (podium)kunsten en zie een aantal interdisciplinaire werken van makers en gezelschappen die in coproductie gemaakt zijn.
Het idee dat je een nieuwe innovatie experimentele productie gaat maken en dat dan doet in een zaal die groter is dan de ITA zaal of grote zaal in Theater Rotterdam is intimiderend maar ook een inspirerende uitdaging. Als ik de voorstellingen zie denk ik aan Mohamed Yusuf Boss en wat hij maakt. In Nederland waar de culturele grens rond Amsterdam en Rotterdam ligt, begint zijn beperking al dat hij in Groningen woont en werkt en programmeurs en fondsen medewerkers dat te ver vinden om kennis te maken met het werk en het een eerlijke beoordeling te kunnen geven. Hoe fantastisch zou het zijn als hij LIX hier deels had kunnen maken en presenteren waar er juist belangstelling en interesse is in creatieve opkomende nieuwe makers ongeacht waar ze vandaan komen. De verbeelding en het maakproces voor getalenteerde makers kan vliegen als ze gewend zijn in beperkingen te denken en dan de gelegenheid krijgen wat ze in hun hoofd hebben te maken zonder die beperkingen. Dat kan niet bij ons, dat kan hier wel, een internationaal samenwerkingsproject met NTT via Fonds Podiumkunsten waar hij samen met mensen hier zou kunnen maken door de extra financiële input door een coproductie maar vooral ook de speelruimte, equipment en andere manieren van werken, zouden een geweldig impuls zijn voor makers als Boss (pun intended).
Taichung is behalve ‘de fiets-stad’, een culturele hub. Naast het NTT zijn er diverse andere instellingen waaronder ook het National Taiwan Museum of Fine Arts. NTMoFA heeft de grootste collectie (20K werken) Taiwanese kunst in het land. Een deel is tot eind van dit jaar te zien in een overzichtstentoonstelling ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van het museum. Ik krijg een spoedcursus in Taiwanese kunstgeschiedenis door Lai Chun-Chieh (Jay) een van de curatoren (van deel 4) die werkten aan de tentoonstelling. Over toewijding gesproken, hij loodst me, op zijn vrije zaterdag, net (weer) vader geworden, en met een gebroken been in loopgips, ruim drie uur door de 4 tentoonstelling onderdelen (grofweg deel 1 en 2 negentiende en twintigste eeuw en deel 3 en 4, een en twintigste eeuw), langs 200 werken.
In ‘The Roots and Transformation of Taiwanese Art’ werk uit de Japanse koloniale periode: gouache werken ‘oosters’ van stijl, en olieverf schilderijen ‘westers’ qua stijl en een selectie inkt schilderijen. Inkt werd ongeveer 2500 jaar voor Christus, tegelijkertijd uitgevonden in Egypte en Azië. Zelfs schrijven met balpennen doen we al bijna niet meer maar we zien inkt nog wel in de kunst zoals in kalligrafie, waar ik al eerder over schreef. En inktschilderijen, een medium wat ontstond in wat nu de People’s Republic of China (POC) is. Van daaruit is het wijd verspreid over het hele continent Azië waar het zich in verschillende landen, op verschillende unieke manieren ontwikkelde, zoals ook hier in Taiwan. Ik loop met Jay langs werken in de oorspronkelijke traditionele stijl en zie de ontwikkeling en veranderingen in techniek, interpretatie, gebruik van materiaal en hulpmiddelen, en onderwerp in het medium ‘Inkt’ in dit geval specifiek in Taiwan vanaf begin twintigste eeuw.
Yao Jui-chung 2011.
- Lin Yu-shan, Lotus Pond
In heb niet echt veel werken in inkt gezien, zoals ik eerder al schreef over mijn bezoek aan de kalligrafie biënnale, ik weet er weinig van, en zelfs dat is een overstatement realiseer ik me hier. Ik heb geen esthetisch punt van herkenning, het is ‘een taal’ is die ik niet spreek; een cultuur waar ik vrijwel niets van weet. Ik mis de referenties, de nuance en subtiliteit en ik vermoed de poëzie die je laat verwonderen in de werken wel, maar vind de ingang niet.
En dan ga ik een paar weken later weer naar Taichung, en zie de interdisciplinaire voorstelling INK van choreograaf Huang Yi, een coproductie met NTT. Huang Yi deconstrueert en reconstrueert het werk ‘Silent Music’ van de kalligrafie meester Tong Yang-tze in samenwerking met audiovisueel werk van Ryoichi Kurokawa. Ik ben volslagen gebiologeerd door de visuele 3D penseelstreken die over het podium schieten als vallende sterren, exploderen, en verdampen in ‘aërosolen’ op het podium, op zich staand, en/of in choreografie met een, twee of meerdere dansers. Ik zie een van de eerste voorstellingen, de score en beelden is bij vlagen te luid en te overheersend, de overgangen nog niet vloeiend, wat ingekort zal het alleen maar aan kracht winnen, de voorstelling moet nog indalen. Maar daar was het, in INK vond ik de toegang tot de poëzie van de kalligrafie, in een werkelijk wonderschoon betoverend duet, waarin twee dansers er volledig in slaagden me zowel de stilte in muziek en de verwachting, de spanning, het spel, de sensualiteit, de intimiteit tussen penseel en papier te laten voelen, van mijn kruin tot mijn tenen, het benam me letterlijk de adem.
Terug naar het museum, deel twee ‘The Exploration, and Experimentation in Taiwanese Modern Art’ moderne abstracte schilderijen, aan het einde van de twintigste eeuw. Hoewel ik nu bij alle werken punten van herkenning en toegang heb, ken ik geen van de werken noch namen van kunstenaars en ‘scholen’ die sinds de jaren vijftig in Taiwan onderdeel zijn van moderne kunst: Fifth Moon Group, Ton Pan Group, en Modern Prints Association en een hele serie namen van kunstenaars (zie website van het museum, voor de geïnteresseerden). De tentoonstelling blijft duwen en trekken aan de grenzen van wat ik weet, roept associaties op, en suggereert voortdurend onderwerpen voor ‘studie’: aan de slag Tante Dees: ‘no rest for the wicked’!
Liao Shiou-ping
Door naar de laatste twee delen, naar het nu, daar waar mijn hart ligt, ‘The Statements and Themes of Contemporary Art’. Installaties, fotografie, conceptuele kunst, performance, video, artistiek onderzoek, andere vormen van presentatie. Het museum begint in de een en twintigste eeuw ook mid-carrière en opkomende kunstenaars te presenteren en te verzamelen. Het zal de rebel in mij wel zijn die zich aangesproken voelt als ik lees en Jay me vertelt over deze periode waar Taiwan na de krijgswet/witte terreur eindelijk het juk van eeuwen van kolonisatie door verschillende entiteiten van zich begint af te schudden. De kunstgemeenschap, als spreekbuis, de vrijheid neemt en krijgt om alle onderwerpen die eerder taboe waren kritisch te bevragen en daar niet langer voor opgepakt en gevangen genomen (of erger) werd: politiek, oude koloniale systemen van overheersing, (geo)politiek, ecologie, seksualiteit, geslacht, humanisme. Er de ruimte is voor tegenstrijdige en verschillende visies. De Taiwanese kunstgemeenschap ging op zoek naar hun identiteit en positie begon te nemen binnen de regio en samenwerking zocht met internationale instituten wereldwijd en het organiseren van, en deelname aan, internationale biënnales.
Chang Chao-tang
Etan Pavavalung
Op naar het laatste deel ‘Murmuring to Probing into History’ het deel waar Jay de curator van is, met vooral veel nieuwe media en technologie. Me al te meer bewust van mijn eigen (gekozen) grenzen (je hoofd en hart kunnen uiteindelijk maar zoveel aan) herken ik ineens wel werk en weet wie de kunstenaars zijn, ik heb ze ontmoet hier, ik zag werk van ze hier in andere presentatieplekken, en soms ook eerder al buiten Taiwan. Kunstenaars die al in eerdere artikelen voorbij kwamen als Joyce Ho, Koa Chung-li, Shi Jin-hua, Su Hui-yu, en Zhang Xu-zhan. De grote winst zit in dat ik door deze tentoonstelling en andere plekken die ik hier in Taiwan bezoek begin te begrijpen waar ze / hun werken vandaan komen en daardoor hun werk steeds beter weet te plaatsen en waarderen! LOVE IT!
Hsu Che-yu
Isa Ho
Technologie is denk ik waar we in Nederland bij Taiwan, als we dat al doen, aan denken. De kunstenaars die tegenwoordig naar Nederland komen voor residenties zoals ik al eerder schreef bijvoorbeeld bij Rijks, van Eijk of V2 in Rotterdam en 1646 in Den Haag werken vaak ook met technologie. Bij NTT in het nieuwe ‘ARTS Nova’ programma (vanaf nu jaarlijks) waar het publiek na 3 jaar pandemie de nieuwsgierigheid en passie voor podiumkunsten moet terug vinden, is de focus op een nieuwe atmosfeer, nieuwe ideeën, nieuwe visies, nieuwe inzichten, nieuwe perspectieven en nieuwe media.
Ik ga naar het ‘2023 LAB X International Symposium: The Diverse Development of Performing Arts Venues and Space’ met Pamela Tatge (Jacobs Pillow), Ljuzem Madiljin (Tjimur Dance Theatre), Oliver Lansley en James Seager (Enfants Terribles), Albert CHEN Surprise Lab, CHOU Man-nung (Interdisciplinary Artist), Joris Mathieu (Theatre Nouvelle Generation – Centre dramatique National de Lyon), Ziii KUO/ Co-funder, NAXS Corp en Jet CHOU (IF Plus).
Super interessante toffe presentaties over op diverse manieren theater maken, produceren, beleven en presenteren, door te werken met nieuwe technologie en de experimenten daarmee, en hoe nieuwe media en nieuwe technologie vraagt om anders met je publiek om te gaan en het de beleving van het publiek beïnvloedt en hoe daar mee om te gaan (ik ga bijna hardop lachen maar houd me in, wat een heerlijk verfrissende definitie van divers).
Het NTT gebouw heeft geen enkele hoek alleen maar rondingen en in een van de hoge hallen naar de theaterzalen toe worden sinds kort vier internationale kunstenaars die met video-mapping werken uitgenodigd, ook open voor kunstenaars uit Nederland! Ik ga in een van de rondingen op de grond liggen en laat me in de enorme ruimte overspoelen door het werk van het Mexicaanse collectief Rimiyoho.
Qua programmering is het lopende ARTS NOVA programma een mix van bekend en onbekend, presentatie en coproducties. Met dit jaar als een van de grote bekende gezelschappen Cloud Gate Dance Theatre of Taiwan die, als afscheid van de oprichter en choreograaf Lin Hwai-min, ‘Legacy’ het werk waar hij veertig jaar geleden internationaal bekend mee werd en de hele wereld over ging, hernemen. Prachtige tijdloze voorstelling die op een prachtige indrukwekkende manier de geschiedenis van Taiwan in de 17e eeuw verbeeldt. Qua thema en hoge kwaliteit van de uitvoering, uitermate geschikt voor de grote theaters/festivals in Nederland in het kader van 400 jaar geschiedenis met Taiwan en het extra geld dat daar voor is in 2024. En wow, ik en gezelschap zijn allemaal verbijsterd en vol ontzag voor de techniek, kracht en uithoudingsvermogen van het gezelschap, echt next level.
Ik mis een korte voorstelling ‘Tiaen Tiamen’ van Bulareyaung Dance Company met Paiwan-artiesten, singer-songwriter Aljenljeng Tjaluvie (ook bekend als ABAO) en beeldend kunstenaar Reretan Pavavaljung, in een visueel opwindende dans en Paiwan-fantasie, waar men niet uitgesproken over raakt en vol verwachting op de langere versie zit te wachten, iets om je oog voor open te houden als theater programmeur! https://www.npac-ntt.org/en/blog/c-rFRKpCN9lPS
Ik zie ook ‘CyborgEros’ van choreograaf Hsieh Chieh-hua╳Anarchy Dance Theatre een combinatie van virtuele en live performance waar ze AI algoritmes en herkenning gebruiken. Beetje zoals bij INK was ook dit weer te lang, misschien moeten voorstellingen hier nog net als bij ons vroeger 80 minuten zijn. Maar na een goede boog was er een prachtig einde, de 15 minuten erna voegden niets toe. Ik herinner me dat de maker van de AI, in het symposium aangaf, dat het team voortdurend nieuwe dingen blijft ontwikkelen, en op het podium uitprobeert. Het laatste gedeelte lijkt er door gebrek aan tijd wellicht maar aan vast geplakt in plaats van organisch geïntegreerd in het geheel. Echt doodzonde, soms moet je iets wat je spannend vind toch even op de plank leggen tot een volgend moment. Maar dat kan alsnog en het neemt niet weg dat deze voorstelling met AI echt de gimmick voorbij gaat (wat in Nederland, wat ik persoonlijk tot nu toe gezien heb nog niet gebeurt).
Ik was totaal geboeid van wat het gezelschap allemaal doet met AI, virtuele performances en met publiek. Het publiek kon zich aanmelden om met laptops zichtbaar tussen podium en publiek te zitten en zij konden dan de choreografie door AI beïnvloeden en bijvoorbeeld ook daarmee zichzelf in de plaats van de dansers in de choreografie brengen via de software. De combinatie van het menselijk lichaam en AI (en hoe en wat je met AI al dan niet kan begrijp ik nog niet helemaal) is interessant. AI is niet meer te stoppen en dit is ook waar jongeren mee bezig zijn. Dat het dus een plek gaat nemen in theater is een gegeven en ook spannend. De choreograaf doet al jaren onderzoek naar technologie en dans en onderzoekt ook naar het punt wanneer je een fysiek lichaam niet meer kan onderscheiden van de digitale versie. Het is volop in discussie, voor nu geloof ik dat de mens net als andere species toch altijd wel uniek zal zijn en een rol zal hebben binnen het totale ecosysteem. Wat ik er van begrijp is dat AI een algoritme is wat data gebruikt. Maar alle beschikbare data die AI gebruikt komt van mensen. Dan hebben mensen en hun gedrag dat de data maakt ook de mogelijkheid om daarmee AI aan te sturen lijkt me. Technologie maakt dat we ons anders gaan gedragen en dat veroorzaakt weer andere data wat AI dan weer moet verwerken, door ons gedrag kunnen we dan dus AI beïnvloeden? In de voorstellingen was het ook het publiek dat met zijn verbeelding achter zijn laptop met de software de choreografie beïnvloedde, AI die daar dan weer mee aan de slag ging en wat de mens weer nieuwe dingen laat verbeelden en zo verder. AI voegde voor mij iets waardevols toe waar deze choreografie niet zonder kan, zonder AI blijft wat er nu gemaakt is niet als voorstelling overeind. Net als al eeuwen lang met allerlei uitvindingen gebeurde, verandert het ons gedrag binnen het ecosysteem, we zijn van invloed op het bepalen van de spelregels, hoe het ontwikkelt, waar het iets waardevols kan toevoegen, hoe we er ethisch mee om willen gaan, en juridisch kunnen dichttimmeren. En daar leveren we dan weer een bijdrage en is er weer werk om dat allemaal te doen. We worden denk ik ook niet door A.I. overbodig maar is meer dat we blijvend in een omschool- en leerproces zitten dat steeds sneller gaat.
Foto’s:
Eigen foto’s en ©National Taichung Theater (met toestemming voor ongelimiteerde tijd).
Dank:
Yen Chi-ping en Wu Fan // National Theater Taichung (NTT) en Lai Chun-Chieh (Jay) // National Taiwan Museum of Fine Arts (NTMoFA).
Mijn verblijf in Taiwan is op uitnodiging van en mede mogelijk gemaakt door The Department of Cultural Affairs, Taipei City Government, en het MoCA Taipei. Met dank aan Yen Chi-ping (Deputy Directeur Nationaal Theater Taichung) voor het maken van de connectie met MoCa Taipei’s directeur Loh Li-chen. Mijn accommodatie voor lang-verblijf is mogelijk gemaakt door Treasure Hill Artist Village / Attic Hostel en Trendbeheer. MoCA Taipei en Treasure Hill Artist Village/Taipei Artist in Residency vallen beide onder het bestuur van the Taipei Culture Foundation.
Leave a Reply