Max Ernst, Hoofd (1947) en Alberto Giacometti, Hoofd (1926)
Het is honderd jaar geleden dat André Breton Manifest van het Surrealisme (Paris, 1924) schreef. Was Breton eerst vooral omringd door schrijvers, groeide de beweging tot een bont gezelschap met voor in de kunst nu meer en minder bekende mannen als Man Ray, Luis Buñuel, Salvador Dali, en René Magritte, ‘gender fluid’ (zelf identificatie als onzijdig) Claude Cahun (1894-1954), vrouwen als Dora Maar, Meret Oppenheim (ik zag in juni nog haar waanzinnige kop en schotel in bont in MOMA), en de ‘niet westerse’ Hector Hyppolite (Haiti), Wildredo Lam (Cuba) en Suzanne Césaire (Martinique) in haar essay Le Surréalisme et nous” (1943), die de verbinding van surrealisme met het (anti)koloniale en Afrikaanse spiritualiteit duiden. Hoe actueel willen we het hebben, ‘2024 is het nieuwe 1924’.
Waar ik echt nooit aan denk bij surrealisme, zijn de ranke sculpturen die ik, en velen met mij vermoed ik, associeer met Alberto Giacometti (1901-1966). Ik ben dan ook geïntrigeerd als ik uitgenodigd wordt voor de tentoonstelling ‘Alberto Giacometti: Unveiled Surrealism.
In het Max Ernst Museum (open sinds 2005) leer ik dat Giacometti ‘een blauwe maandag’ (1930 – 1935) een officieel erkende kunstenaar in Breton’s surrealistische groep was. De tentoonstelling laat oude werken zien van voor 1935 het moment dat hij brak met de groep, en werken van daarna en onderzoekt in hoeverre ‘de surrealistische geest’ invloed bleef hebben op werk wat hij na 1935 maakte.
Voor mij laten de vroege werken vooral de invloed van ‘niet westerse’ kunst zien (zoals vaak bij kunstenaars uit die periode). Ook hier lijken sommige beelden bijna kopieën van oorspronkelijke kunst en objecten gebruikt in ceremonies veelal in hout binnen een traditie van eeuwen met het verschil dat ze zijn uitgevoerd in een ander medium, gips of steen en als, in dit geval surrealistische, westerse kunst gepresenteerd werden (toe-eigening is een dingetje…).
Als ik er een opmerking over maak kijkt Doris Vogel die me heel gastvrij de hele middag rondleid me verrast aan, weinig bezoekers maken die verbinding zegt ze. Tijden veranderen ook hier bij het Max Ernst museum. Doris leest voor uit de notities van de curator die ze heeft gekregen, dat bijvoorbeeld Lepelvrouw (1927) geïnspireerd is door kunst en objecten gemaakt door De Dan uit West Afrika.
Surrealisme in service voor de revolutie, pagina 18 en 19 (1931)
De Hangende Bal (1930) en voorgrond (1965) als te zien in de overzichtstentoonstelling bij TATE in Londen, de originele hangende bal was niet beschikbaar voor bruikleen.
In totaal zijn er rond de 70 werken van Giacometti te zien: sculpturen, tekeningen, en grafiek naast werken van Max Ernst (1891 – 1976) in dialoog met Giacometti en foto’s en archiefmateriaal als de bewijsvoering voor de link tussen en invloed op elkaars werk van beide kunstenaars.
Plattegrond met de ateliers van Giacometti en Ernst in Parijs
Ernst en Giacometti (‘Giaco’ voor Ernst) ontmoetten elkaar voor het eerst in 1929 in Parijs. Ze waren ‘buren’ en na de breuk van Giaco met de surrealistische groep in 1935 bleven ze in (steeds sporadischer) contact. De woning van Ernst had een enorm terras op de Rue de Plantes, en ‘Giaco’ had een kleine studio. Bij gebrek aan ruimte stonden een aantal werken waaronder Stille Vogel die terugkwam van een tentoonstelling bij Ernst op het terras.
Jimmy Ernst (later ook kunstenaar) en zijn moeder dr. Luise Straus-Ernst (1893 – 1944) aka Armada von Duldgedalzen, kunsthistorica, schrijver, journalist en kunstenaar (getrouwd met Ernst 1918-1927).
Stille Vogel (1930-1933) reconstructie
Ernst’ zoon Jimmy, zo hoor ik, werd als er bezoek was naar het balkon gestuurd ‘om te spelen met de Giacometti’s maar voorzichtig breek niets’. Jimmy (1920 – 1984) vertelde door de jaren heen dat hij altijd weer genoot van het adembenemende uitzicht op Parijs door ‘het statische ballet’ van de Giacometti sculpturen. De originele Stille Vogel heeft het balkon niet overleefd, het viel uit elkaar. In de tentoonstelling is een reconstructie van het werk te zien met op de wand achter het werk een foto van het Parijs om de bezoeker te laten zien hoe Jimmy het als kind zag.
De link tussen Ernst en Giaco wordt verder gemaakt met het (werk)bezoek van Ernst in 1934 met Giaco naar het familie huis in Zwitserland waar Giaco hem aanmoedigt te werken met graniet en Ernst zijn eerste sculpturen maakt.
Max Ernst hoofd van een vogel die een steen eet naast geen titel (1935), graniet.
Punt naar (door in) het oog, detail
Door de hele tentoonstelling heen refereert Doris uit de notities van de curator over spanning, zoals in het werk punt naar (doorn in) het oog, en (gewelddadige) erotiek in alle werken. De gecompliceerde verhouding die de mannen in de surrealistische beweging hadden met vrouwen, Breton schreef: ‘the problem of woman is the most marvellous and disturbing problem in all the world’, is overal zichtbaar. De fascinatie voor vrouwen van de mannen die maar geen grip op hen kregen en ze (daarom?) behandelden als ‘other’, als objecten, inwisselbaar en slechts zinvol om te gebruiken voor lust en driften wordt in vele artikelen over het surrealisme aangehaald. Zo refereert volgens de curator notities het werk Stille Vogel, een werk in een kooi, naar bidsprinkhanen, een species waar de vrouwen hun mannen opeten tijdens of na de copulatie.
Vrouwen, kooien en (gewelddadige) erotiek blijven terugkomen in het werk van Giaco zo hoor ik van Doris, ook na 1935. Zo zit ook De Neus in een kooi, in literatuur wordt het beschreven als de lange neus van Pinnokio, maar Doris vestigt mijn aandacht op het feit dat het werk de vorm van een pistool heeft. En die ranke sculpturen (al dan niet in kooien) waarmee Giaco vooral bekend werd? Deze zijn zo verteld Doris een letterlijke figuratieve reflectie van zijn veeltalig bezoeken aan bordelen waar hij kon kiezen uit een rij vrouwen.
Met de Tesla of de hoge snelheid trein (ICE) naar Keulen en dan regionale trein kan je klimaatbewust naar Brühl, dus voor de komende herfstvakantie (19 oktober – 3 november) of kerstvakantie (21 december – 5 januari) is het een aanrader voor een familie trip, er is voor ieder wat wils.
Voor wie van kunst houden is er dus het Max Ernst. Ga als je het station uit komt rechts dan ligt het Max Ernst Museum 200 meter/5 minuten verderop aan je linkerhand. Naast Giacometti zijn ook de permanente opstelling met werken van Max Ernst zelf en surrealistisch kunstenaar Dorothea Tanning te zien. En er is sinds kort een speciale ruimte waar opkomende Duitse kunstenaars getoond worden op dit moment is daar Nando Nkrumah te zien.
Voor die familie leden geïnteresseerden in geschiedenis, architectuur en landschappen is er t.o. het station Kasteel Brühl https://www.schlossbruehl.de/en/ recht t.o. het station.
Voor kinderen en oudere jongeren die liever wat actie willen staat de bus rechts van het station klaar naar Phantasialand phantasialand.de
ALBERTO GIACOMETTI – UNVEILED SURREALISM
Nog te zien tot 15 januari, 2025
Max Ernst Museum Brühl (Rijnland Regio)
Comesstraße 42 / Max-Ernst-Allee 1, 50321 Brühl
T: +49 2232 5793–0
E: maxernstmuseum@lvr.de
W: www.maxernstmuseum.lvr.de
Open: dinsdag – zondag 11.00 – 18.00 / Toegang: volwassenen 13 € / tot 18 jaar gratis
De tentoonstelling is een samenwerking met Fondation Giacometti, Parijs.
Curatoren: Laura Braverman & Friederike Voßkamp.
Catalogus:
Giacometti door Madeleine Frey & Friederike Voßkamp, Walter de Gruyter GmbH, Berlin / Boston 2024, ISBN 978-3-422-80258-2 (met teksten in duits/frans/engels)
Leave a Reply