- 2016 Yvonne Dröge Wendel
Gewoon omgekeerd chronologisch de Heineken Laureaten van de laatste tig jaar – dat geeft ondanks de inhoudelijke versplintering een aardig overzichtelijke tentoonstelling. Een leuke grote namen parade waarbij opvalt dat je voor de Heineken Prijs toch echt een keer naar Venetië moet zijn gezonden – althans dat blijkt een grote pré, de common denominator – en in retrospectief blijken die grote namen toch te doven althans aan kracht in te boeten. Van hier en nu naar geschiedenis. Weinig verrassing, behoorlijk wat kwaliteit.
vanabbemuseum.nl/programma/programma/30-jaar-heinekenprijs-voor-de-kunst/
Met zijdelings aan de muur wat Erik van Lieshout. Die lijkt er in eerste instantie bekaaid vanaf te komen, maar Erik heeft als meest recente winnaar de centrale ruimte gekregen – met een fijne kenmerkende video, een snel gezaagde bank en een haastig gemaakte niet zo heel erg slordige doorgang. Alsof het even tussendoor moest.
Dan een o zo correcte video van 2014 winnaar Wendelien van Oldenborgh. Stervenssaai zeggen sommigen. Geef ze eens ongelijk. Een fatsoenlijke documentaire op uitzending gemist boven moeilijk doen omdat het kunst- en subsidiewaardig moet zijn prevaleert.
Tekeningen van 1998 winnaar Jan van de Pavert. Vergis ik me of zijn ze wat mak, bloedeloos, eens de hoek om vergeten?
Mark Manders, 2010, altijd goed, altijd hetzelfde.
Job Koelewijn, 2006. Leest in de ochtend een boek en stapelt cassettes met opnames daarvan.
Peter Struycken, 2012, ooit baanbrekend met digitalia avant la lettre.
K(l)eurige pixelstress uit 1988.
Kijkje in de lenzentoren van Job Koelewijn. Die staat als een huis.
2002 Aernout Mik. Doe maar zalenvullend, zalen vol.
Ultiem overschat Barbara Visser 2008. Pretentieuze meta die eigenlijk niet kan.
Guido Geelen 2000 lijkt wel kunst van vroeger.
Daan van Golden 2004
1996 Karel Martens. Ik moet je bekennen dat ik van zijn werk nauwelijks iets gezien heb. Groots onbekend.
1994 Matthijs Röling. Eveneens geheel aan mij voorbij gegaan. Zag de naam Röling en dacht aan Marthe. (Zijn zus?) Maar daavoor moeten we toch echt naar De Fundatie. Mathijs is meer Mokum. Van Abbe gaat met zijn tijd mee. Met dank aan Heineken. De vreemdste eend in de bijt hier in het museum en in de Heineken-serie.
Bij Carel Visser 1992 vrees ik vooral veel vergetelheid.
Toon Verhoef 1988 gaat eerdaags eens een grote comeback maken. Een van ‘s Neerlands meer onderschatte schilders. Altijd hetzelfde en altijd anders, veelal hoge kwaliteit, vaak verrassend. Welk museum pakt zijn retrospektief nu hij nog ademt? Als Voorlinden dat gaat doen gaat-ie juist dood. (Elsworth Kelly, Armando) In De Pont is-ie altijd thuis. Het Stedelijk durft misschien niet meer aan Nederlandse schilderkunst. Hij past in het Van Abbe als een soort hedendaagse Daniels. Als een omgekeerd statement van diversiteit. Witte man schildert. Boijmans, Gemeentemuseum Den Haag weerom, Utrechts, Bonnefanten weerom – doe toch maar gewoon Stedelijk, opnieuw, een tweetal decennia na zijn solo daar in 2001.
Nog een Verhoef met bijpassend (bijgeleverd?) stoeltje.
Note to self: die robot eens bestellen. Kijken hoe of dat werkt. Vanuit de luie (camping)stoel op kunstqueeste door de zalen.
En in Het Oog Gam Bodenhausen.
vanabbemuseum.nl/programma/programma/graphite-knots
De Heineken Prijs is nog te zien tot 30 september.
vanabbemuseum.nl/programma/programma/30-jaar-heinekenprijs-voor-de-kunst/
Leave a Reply